
We hebben een warm en droog voorjaar, dat is genieten in de tuin. Onze veengrond blijft lang koud en vochtig en is super vruchtbaar. Alles komt wat later op gang, maar is nu in volle vaart. Dus je tuin is in deze maanden aan het knallen en dat is genieten. Alles groeit als een dolle, jouw tuin is in volle actie. Dat vraagt ook aandacht van jou als tuinder. Maar wat moet je nu precies doen? Geen stress. Hier krijg je een simpele tips
Knallen met kleur
In mei en juni kun je volop bloemen in de volle grond zetten. Denk aan dahlia’s, begonia’s en gladiolen. Deze bollen houden van veengrond: lekker luchtig en vochtig. Plant ze op een zonnige plek en geef ze na het planten flink water.
Eenjarige bloemen zoals zonnebloemen, cosmea, afrikaantjes en korenbloemen kun je nu direct in de grond zaaien. Of koop voorgezaaide plantjes bij onze winkel en zet ze meteen in je border of pot.
Tip: Meng bloemen en groenteplanten door elkaar. Staat leuk, en is goed tegen plagen.
Moestuinfeest
Tijd om je moestuin te vullen! Dit kun je nu zaaien of planten:
• Sla, andijvie, rucola (om de week zaaien voor verse oogst)
• Bonen (direct in de volle grond)
• Courgette en pompoen (wel veel ruimte geven)
• Tomaten, paprika’s en komkommers (wel eerst afharden en dan uitplanten)
• Bieten, wortels, pastinaak
Let op: tomaten en paprika’s houden van warmte. Zet ze in een pot op een zonnige plek of in een kasje. Geef regelmatig water en een beetje mest.
Snoeien doet groeien
De groei is overdadig op dit moment, dat betekent tuinieren is vooral weghalen en snoeien. Trek het te veel aan planten uit en leg het fijngeknipt om en onder de andere planten neer. Dat heet mulchen. Mulchen zorgt voor een gezond bodemleven en helpt tegen uitdroging van de grond. Je kunt het ook op je composthoop gooien.
- Heggen (zoals liguster, sneeuwbes of beuk) groeien nu als een gek. Je moet de paden vrij houden. Knip de heg in een strakke vorm. Voor een goede groei is het handig om je heg naar boven toe smaller te maken, of er een V-vorm in te knippen aan de bovenkant. Dat zorgt voor meer lichtinval en dat voorkomt dat je heg onderaan kaal wordt. Pas op of er geen vogelnestje in je heg zit wat je zou kunnen verstoren. Dus blijf goed kijken en knip er om heen.Haal wekelijks het onkruid van je pad.
• Voorjaarsbloeiende struiken (zoals forsythia of sering): snoei je na de bloei.
• Lavendel: knip de uitgebloeide bloemetjes weg voor een tweede bloei.
• Klimplanten: bind woeste ranken van clematis of klimroos op, en snoei eventueel bij waar nodig. Ik knip de uitgebloeide bloemen er uit voor nog meer bloemen. Dan hoeft de plant geen energie te besteden aan vruchtvorming.

Gebruik altijd scherp gereedschap. Dat maakt de wonden zo vlak mogelijk en voorkomt dat er parasieten in de wond kruipen. Houd je gereedschap schoon, dat voorkomt dat je ziektes overbrengt van de ene naar de andere plant
Geef water als een pro
Veengrond houdt goed water vast, maar bij lang aanhoudende droogte gaat de grond scheuren en kan dan geen water meer opnemen. Ga niet sproeien dat is echt verspilling van drinkwater en asociaal naar de andere tuinders. We betalen tenslotte alle water samen. Bovendien maakt het je planten lui en gemakzuchtig, ze gaan minder diep wortelen en verdrogen zo sneller. In droge periodes moet je soms toch bijgieten. Geef liever één keer per week veel water dan elke dag een beetje. Dan groeien de wortels diep en sterk. Een regenton is een uitkomst! Regenwater is gratis en beter voor je planten.
Tip: Geef vroeg in de ochtend of laat in de avond water. Zo verdampt er minder, en heb je minder kans op schimmel.
Onkruid en slakken: houd ze in de gaten
Alles groeit nu snel, dus ook het onkruid. Veel onkruid is heel decoratief en bloeit mooi, zoals hondsdraf, zenegroen, vergeet-mij-nietjes, kattenstaart, bosandoorn. Het groeit alleen vaak harder dan je tuinplanten. Veel onkruid heeft ook een functie: sommige wortels maken de grond open, andere kruiden zorgen voor de juiste voedingstoffen in de grond, dus laat plukken staan. Trek wat je kwijt liefst met de hand uit. Het is een meditatieve bezigheid. Leg het met de wortels naar boven om je andere planten.
En dan de slakken. Ze houden van gekweekte, jonge, zwakke plantjes, jonge blaadjes en vochtige tuinen (zoals op veengrond). Bescherm je planten met lavameel (goed voor je grond, bevat gezonde voedingsstoffen voor je planten en is te koop in de winkel), koffiedik, eierschalen of een slakkenval (een bakje of blikje met bier werkt verrassend goed). Maar vooral, koop biologisch geteelde planten. Die zien er soms wat minder uit, maar ze hebben betere wortels meer weerstand tegen ziektes en plaagdieren. (Bij de buren van Nut verkopen ze ze op zondagochtend. ) Planten uit tuincentra zijn echt geen goed idee: ze zitten vol met gif, ze verpesten je grond en doden nuttige insecten
Ondersteunen en leiden
Planten worden in deze maanden ineens lang. Zorg voor stokjes of rekken voor:
• Tomaten (anders breken ze)
• Doperwten en bonen
• Klimrozen en clematis
• Zonnebloemen
Bind ze losjes vast met touw, raffia of speciale plantclips. Niet te strak, laat ze groeien.
Diervriendelijke tuin? Yes please!

Je hoeft geen natuurgebied te hebben om bijen en vlinders te lokken. Met een paar simpele stappen maak je je tuin extra gezellig:
• Plant lavendel, kattenkruid, salvia of dropplant
• Laat hier en daar een hoekje verwilderen met wilde bloemen
• Hang een bijenhotel (liever niet één uit de winkel, die zijn te ondiep en de gaten zijn te groot) of vogelhuisje op
• Zet een schaaltje water neer voor vogels en insecten
-
- Maai selectief, veel insecten houden van bloeiende grassen. Maai in mei niet. Maai paadjes, maai slordig (sla steeds stukken over), maai minder.
- Laat fruit zoals bessen etc deels hangen voor vlinders en vogels.
Natuurlijk tuinieren: laat de natuur je helpen
Tuinier zonder gif en met respect voor de natuur.
• Gebruik compost: maak je eigen compost van groente- en tuinafval. Je planten zijn er dol op.
• Mulchen: bedek de grond tussen je uitgehaalde planten, met bladeren, stro of houtsnippers. Dit houdt vocht vast, voorkomt onkruid en voedt de bodem.
- Neem een bokashi voor je groenafval uit de keuken en gebruik het vocht om goede schimmels in je bodem te krijgen.
• Lieveheersbeestjes in plaats van gif: ze eten bladluizen op. Geen spuitbus nodig!
• Meng soorten door elkaar: diversiteit zorgt voor gezonde planten en minder ziektes.
• Laat af en toe een stukje met rust: daar kunnen egels, insecten of vogels hun gang gaan.
• Biologische bestrijding: heb je echt heel veel last van plagen? Gebruik aaltjes tegen slakken of trips. Deze microscopisch kleine helpers doen het werk voor jou. Of doe wat (restjes van) Spaanse pepers in water, even de kook erover en door de blender en spuit daar je planten mee, doet wonderen. Lavameel (zie boven) helpt ook.
• Plantenvoeding zelf maken: brandnetelgier is een klassieker. Stop brandnetels in een emmer water, laat een paar dagen staan (ja, het stinkt een beetje) en giet het verdund bij je planten. Ze groeien als kool. Je kunt zo ook gier maken van smeerwortel en van vlier.
• Bodem verbeteren: meng compost, oude stalmest of wormenhumus door je veengrond. Dit verbetert de structuur, het bodemleven en de voeding. Let op: gebruik geen verse mest, dat is te heftig voor jonge planten.
• Slootwater verbeteren: heb je een sloot bij je tuin? Hark het kroos weg zodra het verschijnt. Minder kroos is meer leven in de sloot. Zorg voor begroeiing aan de oever. Planten zoals lisdodde, gele lis of watermunt zuiveren het water. Gooi géén mest of aarde in het water. En zet er geen tegels of plastic tegenaan: de natuur regelt het liever zelf. Lees meer in de waterfilter op Tuin en Wijk.
• Kies biologische planten: deze zijn niet behandeld met bestrijdingsmiddelen en bevatten vaak meer nectar voor bijen en vlinders. Ze groeien misschien iets trager, maar zijn sterker en gezonder.
• Vermijd ‘plofplanten’: deze worden snel opgekweekt in kassen, vaak met veel kunstmest en bestrijdingsmiddelen. Ze zien er prachtig uit in de winkel, maar vallen vaak snel om in jouw tuin. Kies liever voor robuuste, langzaam gegroeide planten die passen bij het seizoen.
Kortom: werk samen met de natuur, niet ertegenin. Het is makkelijker dan je denkt.
Genieten mag
Tuinieren is niet alleen hard werken. Mei en juni zijn perfecte maanden om te relaxen. Zet een stoel in je tuin, neem een drankje en kijk naar alles wat groeit en bloeit. Zie je een bij op je bloem landen? Jij hebt dat gedaan

Tot slot: wees niet te streng
Niet alles hoeft perfect. Sommige planten gaan dood. Sommige zaden komen niet op. Dat hoort erbij. Tuinieren is leren, proberen en vooral genieten.
Dus hup, de tuin in! Met je handen in de aarde en je hoofd in de zon. Succes!