Nieuwe bruggen
door Iris de Veer
Aan de Spechtlaan zijn drie nieuwe bruggen geplaatst. Dat heeft de vereniging een hoop geld gekost, maar we kunnen trots zijn. Ze staan er mooi bij en het zal de kwaliteit van ons slootwater verbeteren. De doorstroming wordt er beter door. De vorige bruggen/duikers lagen in het water en hadden een nauwe doorgang. Betere doorstroming betekent minder kroos en meer zuurstof in het water, dat zorgt voor meer leven in het water.
Meer visjes, meer salamanders, meer libelles en daardoor ook meer vogels. Dank aan alle vrijwilligers die zich hier mee bezig gehouden hebben.
Dolle mollen
Wie langs het Brettenpad fietst, of langs de Adelaarsweg ter hoogte van de Gruttolaan loopt, ziet op het grasveld een woest patroon van zwarte hopen. Is hier sprake van dolle mollen, een mollenhousefeestje of een mollenvergadering? Nee het is de kou. Dat zit zo. Als het kouder wordt, met name als de temperaturen rond of onder het vriespunt liggen verhuizen de wormen naar diepere lagen in de grond. Dan moet de mol er achteraan. Dan moet hij dieper graven en moet hij meer grond kwijt, vandaar de vele hopen. Misschien ten overvloede: mollen eten geen planten of wortels, het zijn vleeseters en dus geen vijanden van tuinders. Ze zorgen zelfs voor drainage van je grond.
(Lees meer in het uitvoerige artikel over mollen op deze site).
Mussen missen
Tijdens de laatste tuinvogeltelling bleek dat we de mussen missen. Waar vroeger de stad vol zat met mussen, zie je ze steeds minder. Tuinders maken zich daar zorgen over. Er stond een informatief artikel in het Parool:
Huismus verdwijnt rap uit Amsterdam: ‘Stad is versteend’
De huismus is rap aan het verdwijnen uit Amsterdam. Dat blijkt uit de Nationale Tuinvogeltelling van afgelopen weekend. Beschermer Timo Roeke van de Vogelbescherming: ‘De huismus heeft ons nodig om plekjes te vinden om te wonen.’
De huismus stak dit weekend met kop en schouders boven alle andere tuinvogels uit tijdens de Nationale Tuinvogeltelling. De ruim 100.000 amateurvogelaars die met pen en papier de aantallen vogels noteerden, telden maar liefst landelijk 253.425 huismussen, 179.923 koolmezen en 122.880 pimpelmezen. In Amsterdam haalde de huismus niet eens de top 5. Zijn plekje lijkt ingenomen door de groene halsbandparkiet.
Volgens Timo Roeke van Vogelbescherming Nederland is de veranderde inrichting van de stad de voornaamste reden voor de terugloop van de huismus. “Amsterdam is de afgelopen twintig tot dertig jaar enorm versteend. Vroeger had bijna iedereen heggen en struiken in de tuin, maar tegenwoordig worden die vervangen door schuttingen en betegeling. Hierdoor verdwijnen de schuilplekken en broedgelegenheden van de huismus,” legt Roeke uit.
Amsterdamse tuinen die wél vol groen staan, bevatten vooral exotische planten. Die zien er mooi uit, maar ecologisch gezien zijn die volgens Roeke weinig waard. “Ze trekken geen insecten aan omdat ze niet uit Nederland komen, wat betekent dat er minder voedsel is voor vogels als de huismus.”
Groene eilanden
In de gemeente Amsterdam is de koolmees met 3014 het meest getelde vogeltje dit weekend. Daarna volgt de halsbandparkiet met 2620 waarnemingen. Op drie staat de pimpelmees, deze werd 1670 keer gespot. Hoe kan het dat deze vogels het beter doen dan de huismus?
Vogels Roeke zijn halsbandparkieten echte opportunisten. “Zij zien een kans en grijpen die. Daarnaast kunnen zij net als koolmezen en kauwtjes over de hoge gebouwen heen vliegen, van het ene groene gebied naar het andere. Huismussen zijn slechte vliegers en krijgen het doodsbenauwd van zo’n afstand. Als hun leefgebied verandert, kan het dat ze volledig verdwijnen.”
Om de huismus een handje te helpen zou de gemeente meer groene stroken aan kunnen leggen om de vogel van de ene naar de andere plek te helpen. Roeke: “Zorg dat het bestaande groen bij de bouw van een nieuwe woonwijk blijft, maar ook dat er een verbinding komt met de oude stadsparken.” Wat je volgens de vogelbeschermer niet wil, zijn groene eilanden. “En daar staat Amsterdam nu juist vol mee.”
De Amsterdammer kan ook zelf aan de slag voor de huismus. Je kat binnen houden tijdens de broedtijd, hem of haar een belletje om doen, en simpelweg tegels wippen. Volgens Roeke helpt het allemaal voor een veiligere omgeving voor de mus.
“De huismus heeft ons nodig om plekjes te vinden om te wonen,” zegt Roeke. Beuken, berken en wilde lijsterbessen: het planten van inheems groen helpt niet alleen de mus, maar elke verdwijnende vogel. Zo kan de merel vooral klimopplanten goed gebruiken, en is voor alle vogels biologisch vogelvoer een welkome toevoeging aan hun dieet.
Guerrillazaaien
Het aanharken van je tuin mag je laten zitten. Volgens vogelaar en recordhouder vogelspotten Arjan Dwarshuis is een rommeltuin de perfecte omgeving voor de huismus om nestjes, laag bij de grond te bouwen. “Een vogelvriendelijke tuin is een tuin waar veel takjes, gras en aarde te vinden zijn. Laat je onkruid groeien; dat zijn in principe gewoon prachtige inheemse plantjes met mooie bloemetjes.”
Voor huizen met een balkon tipt Dwarshuis hangbakken om kruidenmixen in te zaaien, zodat er insecten op afkomen. Ook kun je muurstenen vervangen met neststenen waar vogels in kunnen broeden.
En zonder balkon? Ook daar weet Dwarshuis wat op. “Iedereen kan guerrillazaaien. Neem gewoon een hand van die biologische zaadjes en gooi het in de vogelonvriendelijke tuinen. Dan komen ze vanzelf.”
Meer informatie: www.stichtingdemussentoevlucht.nl/
Heel leuk! En fijn dat we nu alle nieuwtjes direct in de email kunnen ontvangen…. 🙌
Wat een goed idee dit!
Er zijn vorig seizoen veel tegels verkocht.
Zou voorlichting op de werf over de nadelen van het bestraten van tuinen de verstening van ons park kunnen verminderen?