Een haatdier om van te houden
Ze rukken op deze haatdieren. In de volksmond hebben ze een slechte naam: rovers, ziekteverspreiders, dieven, geslepen, agressief, kannibalen. Onder deskundigen hebben ze tegenwoordig een geweldige pers. Onlangs in de Volkskrant: “ Het zijn superdieren! Evolutiekampioenen! Ratten eten alles, ze kunnen onder allerlei omstandigheden overleven en vermenigvuldigen zich snel.
Fake nieuws of fact?
Kieskeurig zijn ze niet: vis, vlees, groenten en fruit – de rat eet wat er te eten valt. Als ratten niet worden bestreden, dan zorgt één zwanger vrouwtje een jaar later voor duizend nakomelingen. Intelligent, acrobatisch met lijven als elastiek.” “De mens mag de rat best dankbaar zijn. Als ratten niet als proefdieren zouden worden ingezet, dan hadden we nu heel veel medicijnen niet gehad.” “Een ratvrije samenleving is ondenkbaar. De rat hoort nou eenmaal bij de stad.” De beroemde schrijver en bioloog Maarten ’t Hart heeft zelfs een heel boek gewijd aan de bruine rat. Wat is fake news en wat is fact? Uw favoriete tijdschrift probeert de waarheid te achterhalen over dit haatdier om van te houden.
Superneuzen
De rat die wij in de tuin tegen komen is de bruine rat. De bruine rat heet een cultuurvolger, dat wil zeggen, hij is waar wij, mensen, zijn. Hij eet wat mensen eten, of liever wat mensen weggooien of niet goed opbergen. Ze zijn inderdaad superslim en superlenig en hebben ook nog eens een superneus. Ze ruiken eten van grote afstand en wurmen zich door de kleinste spleten naar binnen. Zo had ik een rat in mijn schuur die zelf een ingang gemaakt had door zich door de wand heen te knagen. Hij had precies twee van de vele afgesloten plastic containers van een plank afgeduwd zodat die open spatten. Eén met graszaad, daar had hij de hele winter van gegeten. In de ander zat pindakaas (wel met rattengif, dat was dan weer vette pech voor hem). Ze eten alles wat wij eten en dan nog wat: kaarsen, zeep, kikkers, vogeleieren, kleine konijntjes, slakken, hun jongen. Ratten zijn zo slim en kunnen zo goed ruiken dat ze bijvoorbeeld makkelijk te trainen zijn om mijnen op te ruimen en smokkelwaar op te sporen.
Zwart of bruin?
Zwarte ratten zijn nog slimmer dan hun bruine soortgenoten, en daarom nog lastiger te bestrijden. De zwarte rat houdt van droog, de bruine van nat. De zwarte is wat kleiner (half pondje) dan de bruine rat (een pond), de zwarte is slanker, heeft een langere staart (langer dan zijn lichaam, de staart van de bruine is korter dan zijn lijf), een spitsere kop (de bruine heeft een vrij stompe kop) en grotere oren dan de bruine. De bruine kan tussen de 20 en 30 cm lang zijn (zonder staart). De keutels van de bruine rat zijn pindavormig en ongeveer 2 cm (ze maken er wel 50 per dag), die van de zwarte zijn banaanvormig en ongeveer 1 cm lang. De kleur van hun vacht is overigens het enige waar je het verschil niet aan kunt zien. Er zijn bruine zwarte ratten en zwarte bruine ratten.
Pest
De zwarte rat is met de opkomst van de landbouw bij ons komen wonen. De bruine is in de 18e eeuw met de opkomst van de scheepvaart meegekomen. De zwarte rat leeft vooral van graan en is in Amsterdam vooral in graansilo’s in de haven en op boerderijen te vinden. Ook de zwarte rattenschijnen weer op te rukken volgens de stadsecoloog. Zwarte ratten waren echte ziekte verspreiders, omdat hun vlooien ook op mensen kunnen leven en die van de bruine rat niet. Vlooienbeten zorgden voor het verspreiden van de pest in de Middeleeuwen. Ratten werden er van verdacht samen te hokken met heksen. Zwarte ratten hebben mogelijk de naam medogenloos te zijn, omdat als ze hun voedsel niet vertrouwen, ze het als test aan hun jongen opvoeren.
Pas op: ziekte van Weil
Bruine ratten kunnen ook ziektes verpreiden, vooral onder vee. Ze kunnen verder via hun urine leptospiren (een soort bacterie) verspreiden vooral in het water. Voor mensen kunnen die ondermeer de ziekte van Weil veroorzaken. Dat is een ernstige ziekte waar je uiteindelijk dood aan kunt gaan. Misschien zou het niet zo gek zijn om het water in onze sloten eens te laten testen op deze bacterie. In ieder geval is het oppassen geblazen met baggeren en met water putten uit de sloten, zo lang we niet weten of het water besmet is. Oppassen met inademen van waterdruppels. Contact met je mond of wondjes aan je handen en voeten vermijden dus. Ook het stof van hun keutels kun je maar beter niet in je longen krijgen, dus pas op met lekker opbezemen van de keutels. Draag handschoenen, en bij voorkeur een stofmasker en ontsmet de plek waar de ratten geweest zijn.
Atleten
Ratten wonen graag dicht bij hun eten, daarom wonen ze dicht bij ons. Toch zijn het stevige tippelaars. Als ze bij zonsondergang en net voor zonsopgang op zoek gaan naar eten kunnen ze als het nodig is wel een paar kilometer lopen.Maar het zijn net mensen, ze zijn liever lui dan moe. De ratten die je overdag ziet zijn waarschijnlijk de sukkels, de dominante ratten gaan in het donker op pad, dat is veiliger. Het zijn behoorlijke atleten, ze kunnen wel 75 centimeter hoog springen en 2 meter ver. Dus iets boven op de kast zetten is niet afdoende om het ratproof op te bergen. Ze kunnen ook enorm goed zwemmen. Die slootjes bij ons zijn voor hen een peulenschil. Ze kunnen wel drie dagen achter elkaar zwemmen.
Snelle voortplanting
Ratten zijn slim en sociaal. Ze leren van elkaar. In verschillende kolonies blijken ze verschillende slimme trucs te kennen. Ze leven in groepen: een dominant mannetje met een harem van vrouwtjes en een aantal ondergeschikte mannetjes. Ze maken hun holen bij voorkeur dicht bij plekken waar genoeg te eten is. Ze houden niet zo erg van warmte en wel van vocht, dus de wallekant is een prima plek voor een hol. Een simpel hol heeft een “kamer” met een aantal toegangen. Als de kolonie groter wordt, komen er meer kamers en nog meer gangen. Elk vrouwtje heeft een eigen kamer voor haar en haar jongen. Ratten communiceren met elkaar door piepen, gillen, fluiten en zelfs via voor ons onhoorbaar ultrageluid. Hun tanden slijten door het knagen maar groeien altijd door.
Rattenvrouwtjes zijn 3 weken zwanger en kunnen wel tot 20 jongen krijgen per worp. De jongen worden naakt en blind geboren. Na 3 weken hebben ze haar en kunnen ze zien. Na nog een keer 3 weken kunnen ze zelf zwanger worden of een vrouwtje bezwangeren. Ze krijgen het hele jaar door jongen. In theorie kunnen ze wel 3 jaar worden, hoewel de meesten niet ouder worden dan een jaar. Dus dat tikt lekker aan. Vandaar de berekening dat een rattenpaar per jaar wel meer dan 1000 kinderen en kindskinderen kan krijgen.
Als je niet wilt samenwonen met een rat, dan wat?
Als je ze een keer in huis hebt, ben je ze niet zo maar weer kwijt. Gif mag niet meer door particulieren worden gebruikt. Ook professionals gebruiken steeds minder gif, omdat de meeste ratten (mer dan de helft!) inmiddels resistent zijn tegen rattengif. Daarnaast zorgt het traditionele gif voor een lijdensweg voor de stervende rat, hij bloedt langzaam leeg. Bovendien heeft gif het enorme nadeel dat de natuurlijke vijanden van de rat: uilen, vossen, marters en reigers, (en honden en katten) er ook aan gaan. Zo kan gif strooien dan zelfs weer voor meer ratten zorgen.
Voor de groene gifmengers onder ons: een eigen gemaakt mengsel van 130 gram bloem, 200 gram suiker en 130 gram zuiveringszout in porties in kleine bakjes in de schuur en in huis, wil ook nog wel eens helpen. Ik heb ook gehoord dat mensen balletjes maakten van gelijke delen gips en maismeel en melk en daar balletjes van draaiden. Ook dit is geen prettige dood, maar spaart grotendeels de rattenjagers.
Je kunt een val zetten, maar dat blijft toch altijd een beetje een onfrisse aangelegenheid om je te ontdoen van zo’n geplet lijk. Gemeenten gebruikten enige tijd een soort milkshakes waar de ratten onvruchtbaar van werden, maar die zijn bij mijn weten niet in de handel.
Een hoopvolle ontwikkeling aan het giffront is dat ratten en andere knaagdieren niet tegen vitamine D blijken te kunnen. Ja, dezelfde vitamine D die wij moeten slikken in onze donkere wintermaanden om onze botten niet te laten ontkalken, die lost de hun botten op. Er wordt druk geëxperimenteerd met vitamine D-douches in riolen. Het fijne daarvan is dat het niet schadelijk is voor mensen, uilen, katten honden en vossen.
Voorkomen is veel makkelijker dan genezen
Hoe voorkom je rattenoverlast? Preventie is waar het om draait. Dat doe je als volgt:
– Regelmatig je huisje schoonmaken (ratten houden van restjes en afval, een lekker vet pannetje of een druipende BBQ aflikken of een kaaskortsje opknabbelen doen ze graag);
– Sluit tuinhuis en schuur zo goed mogelijk af (geen spleten onder deuren);
– Dicht kieren & spleten in de muren;
– Sluit openingen onder het dak zo goed mogelijk af;
– Sluit vuilnisbakken goed af en laat geen vuilniszakken buiten staan;
– Plaats roosters boven ventilatie- en verluchtingsopeningen naar buiten;
– Berg diervoeding, zoals vogelzaad en kattenvoer, op in afsluitbare emmers;
– Bied je huisdier hun voeding aan in voederbakken en laat die niet met restjes staan;
– Houd het deksel op je wc in de winter (eventueel verzwaren met een steen);
– Controleer riolering op openingen, verzakkingen, goede aansluiting op andere leidingen, enz.;
– Verwijder valfruit;
– Beperk het aanbod van voedsel in je tuin: geen brood of kaaskortsjes strooien voor de vogels, vogelvoer alleen zo aanbieden dat ratten er niet bij kunnen (en ze kunnen bijna overal bij) geen brood of ander eetbaar afval in de composthoop, graszaad in afgsloten container bewaren;
– Span fijnmazig gaas rond riskante plekken (bv. kippenren, konijnenhok en composthoop).
Iris