Waterkwaliteit op ons park, lezing Bart Specken van Waternet

Het is donderdagavond 8 juni 2017. In de zaal van het clubhuis zit een vijftigtal mensen te wachten op de presentatie van twee mensen van waternet. Bart Specken is bioloog en verantwoordelijk voor de waterkwaliteit bij Waternet en Kirsten Vendrig gaat over de waterloop en waterhuishouding in onze polder.

Polderen
Waternet is het waterschap waar de polder waar ons tuincomplex toe behoort onder valt. Een waterschap is het bestuur van een aantal polders. Waterschappen zijn verantwoordelijk voor onze droge voeten en schoon (drink)water. Onze polder, de Overbrakerbinnenpolder,  loopt grofweg van het oude Sloterdijk, tot St. Barbara, de begraafplaats tot het begin van het oude Westerpark bij de Spaarndammerstraat, tot aan de Haarlemmertrekvaart. Die polder is al zo’n 400 jaar oud. Het waterschap moet er voor zorgen dat de polder die ruim 2 meter onder zeeniveau ligt, niet onder water loopt, en ook niet te droog wordt. Ze kunnen achter het kerkje van Sloterdijk water inlaten en bij het gemaal aan de Haarlemmerweg, water er uit pompen. Er zijn diverse meetpunten. Het gemaal slaat automatisch aan als de waterstand te hoog is. Verder komen mensen van waternet regelmatig zelf controleren hoe het zit met de waterstand.  In de zomer als elke boom zo’n 700 liter per dag staat te verdampen, moet er water bij, meestal moet er vooral water uit. Soms, zoals twee jaar geleden, toen de dijk bij de Haarlemmerweg doorbrak, lukt dat niet en lopen onze tuinen vol water, maar over het algemeen lukt dat goed.

Slecht rapport
In het jaar 2000 heeft Nederland, net als de andere lidstaten, aan de EU beloofd om te zorgen dat de waterkwaliteit van het oppervlaktewater in het jaar 2027 goed genoeg is om planten- en dierenleven mogelijk te maken. Als we onze belofte niet waar maken krijgen we een fikse boete. Elk jaar moeten we laten zien of we ons huiswerk op orde hebben. Dan krijgen we een rapportcijfer van de EU. Ons rapportcijfer is niet om over naar huis te schrijven. De grote waters gaan goed. Het IJ is schoner dan ooit. Dat komt, omdat we goede riolering hebben en omdat de industrie zijn leven heeft gebeterd. Maar de kleine waters zoals onze polder bakken er nog niks van. Ons water is aanzienlijk viezer dan dat van de Keizersgracht bijvoorbeeld. Dat komt vooral door de landbouw. En door kleine viezeriken, zoals wij, de volkstuinders. De boeren en wij zorgen ervoor dat er veel te veel voedingsstoffen in het water terecht komen, fosfor en stikstof, meststoffen die uitspoelen. Het water dat onze polder inloopt is schoner dan het water dat er uit komt.

Dood in de sloot
Wij op Sloterdijkermeer en Nut en Genoegen zijn dus vervuilers. Wij voegen meer voedingstoffen toe aan de grond dan onze planten en bomen op kunnen. Die voedingsstoffen komen in het water terecht en zorgen zo voor vervuiling. Te veel blad en ander organisch afval bijvoorbeeld zorgen voor rot (denk aan een bloemenvaas die je te lang hebt laten staan, zo ruiken onze sloten en onze bagger ook). Rottingsprocessen onttrekken zuurstof aan het water, zuurstofgebrek zorgt er voor dat waterplanten en dieren doodgaan. Kroos en kroosvaren zijn gek op water met veel voedingsstoffen. Ze vormen een dikke laag op het water en zorgen dat er geen licht meer in kan schijnen. Daardoor krijg je nog minder zuurstof en nog minder leven in het water. Rottende bladeren hopen zich op op de bodem en zorgen voor ondiepe sloten. Ondiepe sloten warmen in de zomer makkelijker op. Warm water kan minder zuurstof bevatten dan koud, en zo krijg je stinkende vies water. Ook overhangende takken zorgen voor bladval en minder zonlicht en dragen zo bij aan rottende sloten. Kortom dood in de sloot.

Verder kunnen er ook nog gifstoffen in het water zitten, zoals asbest dat gedumpt is door eerdere tuinders of zware metalen van afval, bijvoorbeeld van batterijen die in het water zijn gegooid. Ook het lozen van zeepwater, verfafval, schoonmaakmiddelen, onkruidverdelger, etc. zorgt voor een slechte waterkwaliteit.

Wat te doen?
Ons water moet schoner. Dat is beter voor het milieu, voor planten en dieren, maar ook voor ons. Meer waterleven is mooier, maar geeft bijvoorbeeld ook minder muggen. Libellelarven vreten in levend water namelijk de muggenlarven op. Een schone sloot geeft ook een mooie weerspiegeling in het water van de lucht en je tuin. Bart heeft heel duidelijk adviezen aan ons. Er is maar één oplossing en dat is de laag met rottend blad de sloot uit. Bart zegt dat onze sloten veel en veel te ondiep zijn. Hij noemt 50 centimeter als minimale diepte. In grotere wateroppervlaktes, zoals de vijver zou een diepte van een meter in het midden een goede maatstaf zijn.

Zijn voorstellen zijn de volgende:

-Haal het teveel aan voedingsstoffen uit het water

-Laat een aannemer alle sloten in het midden uitbaggeren, een meter breed in de smalste sloten en 50 cm diep. Dan glijdt de rottende massa van de kant langzamerhand in die gleuf. En herhaal dat na een jaar. Dan komt de vaste bodem weer te voorschijn. Doe de aanbesteding via de bond met een aantal parken tezamen. Dat is goedkoper. Dan ben je voor 10 jaar klaar met het groot onderhoud.
(Is dat echt niet haalbaar, bijvoorbeeld bij de kleine smalle slootjes van Nut, isoleer dan in overleg met Waternet de vijvers en de grotere sloten op de complexen. En pas daar alle voorgestelde maatregelen toe. Dan heb je tenminste daar schoon water. De kleine slootjes doen dan nog wel mee om wateroverlast te beperken, maar  verontreinigen de rest niet meer.)

-Vervang de kunstmatige oevers, de beschoeiing, geleidelijk door natuurlijke oevers. Dat kan door de kapotte beschoeiing niet te vervangen en door actief beschoeiingen te vervangen door aflopende oevers met oeverplanten. Als je die oeverplanten afmaait verarm je de bodem van de sloot, en ze zorgen voor meer dierenleven. De wortels van oeverplanten vormen een natuurlijke beschoeiing.

-Zorg voor waterplanten, die halen voedsel uit het water en geven kroos en kroosvaren geen kans meer om te groeien. Kroos(varen) is een teken van te veel voedsel in de sloot, van een vervuilde sloot. Kroosvaren en kroos sterven namelijk jaarlijks weer af en zinken naar de bodem en zorgen weer opnieuw voor te veel voedsel in het water. Kroosvaren levert goede compost, maar het zet geen zoden aan de dijk om het af en toe weg te halen.

-Voorkom zo veel mogelijk het toevoegen van nieuwe voedingsstoffen.

-Haal zo veel mogelijk de bomen langs de oevers weg, dat vermindert de bladval in het water en zorgt voor meer zonlicht en zo voor meer zuurstof.

-Gooi de bagger niet op de kant, maar in je tuin of verzamel het elders. Dan spoelen de voedingsstoffen uit de bagger niet gelijk terug in de sloot.

-Verkoop voortaan onbemeste tuinaarde. Stop de verkoop van bemestte tuinaarde en kunstmest, werk met compost. De aarde in onze tuinen is door jarenlange bemesting rijk genoeg aan voedsel.

-Bagger voortaan pas na de bladval. Er is een misverstand. Er is een verschil tussen baggeren en schouwen. Schouwen betekent de waterloop vrij maken van waterplanten, zoals riet. Dat moet voor 1 november. Baggeren is het verwijderen van rottend organisch materiaal en de sloot op diepte brengen, dat mag de hele winter.  Bij voorkeur tussen december en februari. Het blijkt dat veel amfibieën ook op het land overwinteren. Het beste is gefaseerd baggeren en spul even laten liggen zodat beestjes eruit kunnen kruipen terug het water in.

Pompen of fonteinen
Pompen of fonteinen vindt Bart geen goede ideeën. Meer stroming door een pomp heeft weinig of geen effect. Dat verplaatst het probleem alleen maar. Zuurstof toevoegen door een fontein is dweilen met de kraan open.  Rietlanden aanleggen voor reiniging is ook een moeizame oplossing. Het zou dan om grote perscelen riet gaan (denk de helft van de vijver).

Met dank aan Kirsten Vendrig en Bart Speck.

Iris