Kruidenrubriek, aflevering 3
Door Isolde Landman
Kruiden vereisen niet veel onderhoud. Behalve het wieden van onkruid, moet je de planten geregeld snoeien om de groei van verse jonge blaadjes en takjes te stimuleren. En na de oogst kun je ze op verschillende manieren lang bewaren.
Knip in het voorjaar bij het opknappen van je tuin de boven de grond afgestorven dorren bladeren en takjes terug. Sommige kruiden groeien houterig. Dat is met rozemarijn, lavendel en salie het geval. Deze planten kun je vanaf eind maart/begin april insnoeien tot boven de groene delen van de plant. Wees daarbij voorzichtig, want als je bijvoorbeeld salie te diep in snoeit, overleeft hij het niet. In de maand april kun je ook aandacht schenken aan de snoei van de vorm van sommige kruidenplanten zoals de laurier, hysop, wijnruit, tijm, lavendel en het vaste bonenkruid.
Kruiden oogsten
Vers smaken kruiden het beste. Ada en Tom Dobbelaar hebben een heerlijke sier- en moestuin. Van Ada hoorde ik dat ze voor het klaarmaken van het eten even de tuin inloopt en dan lukraak maar wat blaadjes van de kruiden afknipt zoals lavas, oregano, peterselie en die dan over de sla strooit. Net als Ada zijn er meer tuinders op het park, die daar graag wonen, koken en genieten van het kunnen plukken uit de eigen tuin. Als je de vers geknipte tuinkruiden niet onmiddellijk in de keuken kan gebruiken, kun je ze ook gemakkelijk drogen of invriezen. Oregano, tijm, laurier, salie en rozemarijn zijn bijvoorbeeld kruiden die perfect geschikt zijn om te drogen. De meeste kruiden oogst je in de lente of zomer net voor het begin van de bloeitijd. Snijd de stengels, als de dauw door de zon verdampt is, met een scherp mes af. Verzamel ze losjes in een mand. Bind deze stengels tot kleine bosje met een draad. Ze mogen niet te dik zijn, anders drogen ze slecht. Hang de bosjes ondersteboven op een droge, luchtige plaats in de schaduw. Niet in de zon, want dan verliezen ze snel hun aroma. Hoe sneller de kruiden drogen, hoe beter. Na het drogen haal je de blaadjes van de stengels en doe je ze in een luchtdichte pot. Zo blijven ze ongeveer een jaar lang goed.
Invriezen
Fijnere kruiden, zoals kervel, peterselie, bieslook, basilicum en dragon zijn ideaal om in te vriezen. Zo behouden ze hun smaak en ook hun groene kleur. Was de kruiden direct na de oogst en snijd ze met een hakmes klein. Je kunt ze bewaren in een bakje voor ijsblokjes, waar je een paar druppels water aan toevoegt. Je kunt ze na het wassen ook droogdeppen en wikkelen in aluminiumfolie of in diepvrieszakjes in het vriesvak opbergen. Schrijf dan wel de kruidennaam op de pakjes. Voor het gebruik in de keuken kun je ze daarna in bevroren toestand klein hakken. Zo beschik je over kleine porties, die je in soepen en stoofpotjes kan gebruiken.
Kruiden kun je ook in azijn of olie conserveren. Gebruik een goed met heet water omgespoeld flesje en vul dat met azijn, olijf of zonnebloemolie. Neem vier tot zes stengels kruiden voor 1 liter vloeistof en stop die in de fles. Zo kun je naar eigen smaak zelf je kruiden azijn en olie maken. Sluit de fles zorgvuldig en zet hem op een zonnige, warme plek. Schud de fles elke dag even flink. De azijn kun je na drie weken gebruiken en de olie na drie tot zes weken.
Geuren
Plantengeuren zijn het volst na een regenbui en in de vroege ochtend als ze net verwarmd worden door de zon. Men zegt wel dat de geur de ziel van de plant is. Kruidenplanten geuren niet alleen lekker, maar zijn ook verkwikkend. Neem bijvoorbeeld munt verwerkt in tandpasta. In Arabische landen drinken de mensen graag muntthee. Munt stimuleert de bloedsomloop, verbetert je humeur, geeft je helderheid van geest, vergroot de weerstand en verbetert het ademhalingssysteem. Bij het laatste kun je denken aan het potje VapoRub in je medicijnkastje, een inhalatiezalf die je verkwikt bij verkoudheid of griep. De geur en het effect van kruiden kun je ook in je kledingkast goed gebruiken. Als mijn oma haar linnenkast opendeed rook het altijd naar mottenballen. Veel verfijnder is het om een mix van kruiden in een stoffen zakje in je linnenkast of laden te leggen om motten en andere insecten te weren. Veel kleine lapjes stof gevuld met kruiden lenen zich daarvoor zoals munt, lavendel, tijm, rozemarijn, citroenkruid en lievevrouwenbedstro. Lievevrouwenbedstro werd al in de 14e eeuw als strooikruid gebruikt. Men gebruikte het als vulling voor matrassen en om het linnengoed mee te parfumeren. Bind de zakjes dicht met een touwtje of elastiekje. Ook kun je de kruidenzakjes in je schoenen leggen. Vooral zakjes van munt en tijm zijn goede deodoranten voor schoenen. Geurzakjes zijn ook een leuk cadeautje.
Ruikertjes
Vroeger was het in Engeland de gewoonte om een boeketje van geurige bloemen en kruiden met je mee te dragen, waar je af en toe je neus in kon stoppen om de onaangename lucht van de Londense straten niet te hoeven ruiken. Zo’n Elizabethaans ruikertje werd een ‘tussie-mussie’ genoemd of ‘nosegay’ (neus-opvrolijkertje). In die boeketten werden vaak kruiden verwerkt, die desinfecterend werkten tegen toen rampzalige ziekten zoals tyfus of de pest. De kruiden, die bescherming boden en in de boeketjes werden verwerkt, waren lavendel, rozemarijn, viooltjes en wijnruit. In die tijd was er niet of nauwelijks sprake van een rioleringssysteem. Ook in de Jordaan niet, daar gooide men het afval en de ontlasting lustig in de talloze grachtjes. Tot eind 19de eeuw een kar in de Jordaan verscheen waar je je emmer met ontlasting in kon kieperen. Die kar werd al snel als geintje de ‘Boldootkar’ genoemd. In de tijd van koningin Victoria ontstonden de Victoriaanse ruikertjes. Onder leiding van Teun heb ik de bloemschikkers vorig jaar ook zo’n charmant, klein boeketje zien maken. Die Victoriaanse boeketjes, samengesteld uit bloemen en kruiden, bevatten vaak een boodschap aan vrienden, geliefden of zieken. Men stopte er rozenknopjes in voor de liefde, citroenmelisse voor de sympathie, rozemarijn voor de herinnering, munt voor de zuiverheid, peterselie voor de feestvreugde, takjes tijm voor de moed en meer geurige bloemen en kruiden. In onze huidige tijd krijgen bruiden van hun geliefde ook nog vaak een Victoriaans boeketje.
Hoe maak je een kruidenruikertje?
Je kunt een ruikertje maken van verse of gedroogde bloemen. Een vers ruikertje kan makkelijk drogen en de geur behouden als je kiest voor lavendel, tijm, munt, salie, rozemarijn en citroenkruid. Gebruik zoveel mogelijk geurige kruiden en bladvormen door elkaar.
1. Begin met rozenknoppen of salie en wikkel daaromheen een krans van kruidig groen. Het liefst kruiden met fijne blaadjes. Bind die steeltjes samen.
2. Voeg daar weer een nieuwe krans geurige kruiden aan toe en bind die vast. Kies voor telkens een andere bladvorm en bloeiend kruid. Ga door tot je het ruikertje groot genoeg vindt. Maak de laatste krans van een grootbladig blad zoals salie of het blad van een geurende ooievaarsbek. Je kunt het ruikertje ook van een papieren kantkleedje voorzien. En reken er maar op dat de zieke, die je met dit ruikertje bezoekt, deze tuin geur liever opsnuift dan de ziekenhuisgeur.
Culinair: Basilicum
Basilicum wordt de koning der kruiden of liefdeskruid genoemd. Over de zoete geur van de frisgroene blaadjes wordt beweerd dat ze lustgevoelens opwekken en om die reden goed zijn voor ons liefdesleven. Voor de Italianen is dit kruid dan ook hét symbool voor de liefde. Het smaakvolle aroma van dit kruid moet je met mate gebruiken, anders gaat de smaak het gerecht overheersen. Je kunt basilicum gebruiken in pasta’s en groene salades, in combinatie met tomaten, aubergines, courgette, paddenstoelen, pompoen en spinazie. Voeg het pas op het allerlaatst aan het gerecht toe en laat het nooit mee koken, want dan verdwijnt het aroma.
-Scheur de blaadjes in plaats van ze te hakken en strooi ze over een salade of plakjes tomaat.
-Basilicum smaakt heel lekker bij knoflook. Doe wat gescheurde blaadjes bij de dressing.
-Doe wat paarse basilicum in een pan met warme olijfolie en roer er gekookte pasta doorheen.
-Gebruik citroenbasilicum bij vis.
Pestosaus
Basilicum is het kruid dat smaak geeft aan de heerlijke pesto saus. Pesto saus is makkelijk zelf te maken, ook zonder mixer en dat is wel zo makkelijk op onze volkstuin, waar we geen elektriciteit hebben. Voor het maken van pesto heb je nodig: 750 ml basilicumblad, 1/3 kopje pijnboompitten, 100 gr Parmezaan, 3 fijngehakte knoflooktenen, 115 ml olijfolie, zwarte peper en zout. Zonder mixer rooster je eerst de pijnboompitten in een droge pan en kneust ze. Daarna doe je de ingrediënten, behalve de olijfolie, in een kom en mix je alles tot een glad mengsel ontstaat. Giet dan langzaam de olijfolie erbij. Vul een of meer potten. In de koelkast is de pesto 2 weken houdbaar.