Foto © copyright Annet Kraan

De veldhommel

Tekst en beeld: Annet Kraan

Veel mensen weten dit niet, maar hommels zijn grote wilde bijen. Ze zien er wel duidelijk anders uit dan andere bijen. Ze hebben namelijk een wollige en kleurrijke beharing. Door de beharing zijn het goede bestuivers van planten.

Hommels zijn sociale bijen, net als honingbijen. Een hommelvolk is kleiner dan dat van een honingbij. De meeste andere wilde bijen zijn solitair. Dat betekent dat ze alleen leven. Het sociale leven van de hommel houdt in dat vrouwtjes met elkaar samenwerken. Zowel bij de nestbouw als bij het verzorgen van het nageslacht.

Er zijn 29 soorten hommels bekend in Nederland. Een deel daarvan is uitgestorven of wordt bijna nooit meer gezien. Het gaat niet goed met de hommel. Er zijn nu nog maar 10 soorten die redelijk algemeen voorkomen. De veldhommel is daar een van.

Het Jaar van de Veldhommel

Herfst en Winter – Paring en Overwintering

Aan het begin van de herfst bereiden jonge veldhommels zich voor op een belangrijke taak. Mannetjes en jonge koninginnen gaan op zoek naar elkaar. Ze paren, waarna de mannetjes sterven.

Daarna zoekt de jonge koningin een warme, veilige schuilplaats. Dat kan onder een hoop bladeren zijn. Of in wat losse aarde. Daar brengt ze de hele winter door. Daarom is het belangrijk om rommelige hoekjes in je tuin te hebben. Laat ook het blad liggen in de borders. Je zou anders zomaar een slapende koningin op kunnen vegen!

Voorjaar – Ontwaken, Nestbouw en Broedzorg

In het vroege voorjaar ontwaakt de koningin uit haar winterslaap. Ze vliegt uit, maar ze is nog traag door de kou. Ze heeft nectar en stuifmeel nodig om weer op krachten te komen. De planten die al vroeg in bloei komen zijn longkruid, sneeuwklokjes, krokussen, narcissen en winterakonieten.

Zomer en herfst – Vorming van nieuwe generaties

Een paar weken later vindt ze een plek voor haar nest. Vaak is dat in een oud muizenholletje. Ze legt haar eerste eitjes. Uit deze eitjes komen werksters. Dat zijn vrouwelijke hommels die geen koninginnen zullen worden. Hun taak is om te werken voor de koningin. Ze vliegen uit en verzamelen voedsel. Ze bouwen het nest uit en voeden de volgende generatie. De koningin zelf blijft in het nest en legt, dag na dag, meer eieren.

De kolonie groeit. Wanneer het nest groot genoeg is, verandert er iets bijzonders. Sommige larven krijgen extra veel voedsel. Uit deze larven groeien nieuwe koninginnen, groter en sterker dan de werksters. Tegelijkertijd legt de koningin ook onbevruchte eitjes – deze worden mannetjes.

De cyclus herhaalt zich

De volwassen mannetjes verlaten het nest, net als de jonge koninginnen. Ze paren en daarna sterven de mannetjes. De jonge bevruchte koninginnen zoeken op hun beurt een plek om te overwinteren.

Foto © copyright Annet Kraan

 

2 reacties

Geef een reactie