Exoten en biodiversiteit

Dit stuk gaat over exoten . Exoten zijn planten of dieren die  oorspronkelijk niet in Nederland thuis horen. Als ze ook nog invasief zijn, betekent dat, dat ze kunnen gaan woekeren en andere planten of dieren verdringen of uitroeien.

Door Jaap Glas

Indringers

Invasieve exoten zijn bijvoorbeeld de volgende planten: kroosvaren, Siberische reuzenbereklauw en Japanse duizendknoop. Die laatste twee mogen van de Bond niet in je tuin voorkomen, je moet ze bestrijden. Maar er zijn meer boosdoeners. Diverse toonaangevende instanties zijn de laatste jaren met nieuwe raadgevingen, waarschuwingen of aanbevelingen gekomen. Goed om daar eens naar te kijken en er  iets mee te doen. Wat is goed voor de biodiversiteit en wat niet? Sommige aanbevelingen liegen er niet om. Ik behandel in dit stuk niet alle exoten op de tuin want dan zou het veel te lang worden. Ik ga het hebben over vier soorten exoten: 1. oever- en waterplanten,  2. bomen en struiken, 3. invasieve landplanten en  4. dieren

  1. OEVEREN WATERPLANTEN

Veldgids oever- en waterplanten

In het digitale winternummer van 2023 van ons ledenblad was een artikel over slootwater van mijn hand geplaatst. Er stond onderaan een verwijzing naar de ‘Veldgids Invasieve oever- en waterplanten in Nederland’ van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit. Daarbij stond de link om die Veldgids te downloaden van NVWA.nl. Die link schakelde door naar een aantal veldgidsen, maar niet naar die van de NVWA. Sommige tuinders zullen er zelf wel achter gekomen zijn, dat  iets niet klopte. Ik wijs nogmaals met nadruk op deze lijst.

Waternavel

In die Veldgids wordt duidelijk uitgelegd hoe je de foute oever- of waterplanten kan herkennen, hoe je ze kan onderscheiden van planten die wel welkom zijn, welke problemen zulke planten kunnen veroorzaken. Dit is van belang voor tuinders die een vijver met exotische planten hebben. Zo was er op Nut en Genoegen een tuinder die waternavel in hun grote vijver heeft uitgeprobeerd. Dat is hem niet in dank afgenomen want het is een enorm woekerende plant uit Zuid Amerika. Hij bedekt in no time het hele wateroppervlak en verstikt alles. Hij kan zelfs van het water naar het land kruipen. Die waternavel is inmiddels verwijderd. Waternavel mag absoluut niet op de composthoop, dan kweek je er alleen maar meer van. Of het het gelukt is om het blijvend  te verwijderen moeten we afwachten.

Snoekkruid

Bij ons zit snoekkruid, een Amerikaanse exoot,  in de kleine vijver. Dat was ook een ‘geschenk’ uit de privévijver van een tuinder. Snoekkruid ziet er mooi uit, maar zit het waterdrieblad, wel een gewenste waterplant, in de weg,  Ook snoekkruid kan er dus maar beter uitgehaald worden. Ook waterplanten als kroosvaren, watercrassula en waterhyacint staan in deze Veldgids. Waterhyacint (familie van snoekkruid), watercrassula en zelfs kroosvaren (azolla) – het is toch te gek – worden nog steeds aangeprezen en te koop aangeboden op het internet. Watercrassula levert grote problemen op in diverse natuurgebieden in Nederland en op Texel.

Waterpest

Pas ook op met waterpest. Er staan twee soorten: de verspreidbladige waterpest en smalle waterpest.  Verder staat er in deze Veldgids nog een exoot egeria, een op brede waterpest lijkende waterplant. Ze hebben alle de neiging om de sloot te koloniseren en al het andere leven te verdringen. Die moeten we dus niet in onze sloten hebben.

Zelfs  brede waterpest, elodea canadensis, een waterplant die zuurstof in het water brengt is geen goed idee. Het blijft een exoot (de Latijnse naam zegt het al). Ze mogen dan wel zuurstof in het water brengen, maar als ze alle inheemse soorten verdrijven is dat geen bijdrage  aan herstel van het ecosysteem in ons water. Afgezien daarvan liggen de plaatsen waar ik het heb zien groeien, een brede sloot vlak bij de watertoren (Amsterdam-West), het Twiske en een sloot bij Nauerna, allemaal in de volle zon.

 

Hoe verder?

Gedoornd hoornblad heeft betere papieren om ons slootwater te verbeteren en groeit ook in halfschaduw. Dat past veel beter bij onze sloten.  Gedoornd hoornblad zat enkele jaren geleden nog in een paar sloten bij ons, maar bleek de vorige zomer geheel verdwenen. Zelfs ongewenste waterplanten als kroos en kroosvaren bleken vorig jaar niet teruggekomen te zijn.

Eendenkroos overwintert op de bodem van de sloot en komt meestal in mei weer naar boven. Eendenkroos verstikt het wateroppervlak en is een teken van te voedselrijke sloten. Als het niet terugkomt hoeven we daar niet rouwig om te zijn.  Kroosvaren is iets anders dan eendenkroos. Het is een varentje, vormt dus sporen en kan zomaar weer aan komen waaien. Volgens het huishoudelijk reglement van Sloterdijkermeer moeten wij als tuinders onze sloten vrijhouden van kroos en kroosvaren. In de zomer moeten we dus allen kroosharken  Gedoornd hoornblad is misschien definitief weg. Maar mogelijk kunnen wij een nieuwe partij uit het Amsterdamse Bos krijgen.

Goede water- en oeverplanten

Er zijn ook water- en oeverplanten die het op Sloterdijkermeer niet opgegeven hebben. Slangenwortel, waterdrieblad en dotterbloemen zijn in maart al flink gaan groeien, profiterend van de omstandigheid dat er nog geen blad aan de bomen zit. Beekpunge, kattenstaart, gele lis en watermunt doen het ook goed. Met lidsteng wil ik experimenteren in de grote vijver. Er bestaan veel meer goede waterplanten, bijvoorbeeld waterviolier of krabbenscheer, maar het heeft geen zin die nu al te proberen. Die groeien alleen in schoner water (minder rijk aan voedingsstoffen).

 

  1. BOMEN EN STRUIKEN

Veldgids invasieve houtige planten

Op de website van NVWA is nog meer te vinden over invasieve soorten: De ‘Veldgids invasieve houtige planten in Nederland‘. In deze gids staan 45 schadelijke houtige planten. Het zijn allemaal exoten, uitheemse bomen of struiken. Het zijn  indringers. Ze kunnen gaan woekeren, ze maken het de inheemse soorten lastig of verdringen ze. Dit is ook weer een uitgebreid digitaal boekwerk met een duidelijke uitleg hoe je ze kan herkennen, waarin ze zich onderscheiden van goede houtige planten, en wat voor schade ze aanrichten.

 

Amerikaanse eik

Bijvoorbeeld de Amerikaanse eik (quercus rubra), de laatste tijd nogal negatief in het nieuws. Die is twee eeuwen geleden voor het eerst op het Europese continent aangeplant. Men is het er wel over eens dat die geen ecologische waarde heeft. Sterker nog, hij is een bedreiging. De Amerikaanse eik concurreert gewenste boomsoorten weg. Op de Veluwe worden nu varkens ingezet om de opmars van deze exoot te stuiten. Het blad van deze eik verzuurt de bodem en maakt zo het leven van andere bomen en struiken onmogelijk. Ook is bewezen dat de soortenrijkdom van mossen, insecten en vogels rondom de Amerikaanse eik aanzienlijk minder is dan onder bijvoorbeeld een inlandse eik.

 

Kappen?

Nou denk ik dat een Amerikaanse eik op onze volkstuincomplexen, anders dan in een bos, zijn invasieve karakter niet makkelijk kan laten gelden. Daarvoor zijn er teveel ogen die hem in de gaten houden. (Dat geldt voor meer bomen uit deze Veldgids.) In een voortuin aan de overkant van het pad op de Vinkenlaan stond een hele dikke, die is weggehaald.

Naarmate een boom ouder en dikker is slaat hij steeds meer CO2 op, produceert zuurstof, vangt fijnstof af en heeft dus een jaarlijks stijgende economische waarde. Dat geldt ook voor exoten. Het kappen van een oude boom is een kostbare zaak. Vaak komt daar ook nog een verplichting tot herplant bij.  Voor kap moet dus een hele goede reden zijn. Overigens staan er nog wel tien Amerikaanse eiken op Sloterdijkermeer.

Sneeuwbes, sering en vlinderstruik

Er staan nog meer houtige planten in deze gids waar ik van schrik omdat ze in veel tuinen staan zoals de vlinderstruik (buddleja), sneeuwbes en sering. De buddleja en sering hebben een hoge sierwaarde en zijn op onze tuinen makkelijk onder controle te houden. Maar een sneeuwbes, van oorsprong Noord-Amerikaans, gaat woekeren, groeit heel goed onder bomen. De sneeuwbes kan zich met een ondergronds wortelstelsel makkelijk uitbreiden en inheemse ondergroei verdringen. Ik wist dat niet en heb onmiddellijk in mijn eigen tuin flink wat van die sneeuwbessen vervangen door kardinaalsmuts, gele kornoelje en sleedoorn. Op den duur wil ik ze er allemaal uit hebben.

Goede bomen

Op www.synchroon.nl staat een digitale gids ‘Natuurinclusief ontwikkelen‘. Daarin staan de goede soorten, die de biodiversiteit bevorderen. Daar lees ik op blz. 27 dat de wilg  kampioen is voor biodiversiteit met 450 soorten insecten. Goed scoren ook de zomer- en wintereik met 423 soorten, zachte en ruwe berk (334), populier (189) en grove den (172). Op de Amerikaanse eik leven na 200 jaar hier nog maar 12 insectensoorten. Heb je insecten, dan heb je vogels.

Van Natuur en Milieu is een ‘Groene-bomenlijst 2023′ met 97 boomsoorten, die wél goed zijn voor het milieu, te vinden op deze site.

Onze exoten

Bij ons op het complex, alleen in de voortuinen en de openbare gedeelten, staan naast de al genoemde Amerikaanse eik nog tientallen exoten. Van oudsher gaat tuinieren vaak over het aanplanten van exoten.  Dat is niet altijd slecht. Sommige staan er al heel lang, o.a: de vleugelnoot, de Chinese mammoetboom, de goudlariks, de Japanse rode ceder, de westerse levensboom, (alle uit Azië), de sequoia, de robinia, vederesdoorn en de Amerikaanse vogelkers (alle uit Noord-Amerika). Deze bomen zijn ooit aangeplant wegens hun sierwaarde.

De sequoia’s die naast de hoofdpoort staan geven de gelegenheid om eens te gaan luisteren wat voor geluid de wind maakt als die door deze bomen waait. In het boek ‘Knielen op een bed violen’ van Jan Siebeling trekt dat geluid telkens weer de aandacht van de zoon als die in de kwekerij van zijn vader staat. Vergelijk dat eens met populieren.

Bovenstaande exoten staan niet op de genoemde ‘Groene-bomenlijst 2023’, dus de bijdrage aan de biodiversiteit zal wel gering zijn. In het vorige nummer lees ik dat 20 nieuwe bomen zijn aangeplant. Hopelijk zitten daar meer inheemse soorten bij.  Ik verwacht dat we nog uitgebreid worden ingelicht over het hoe en waarom. Bomenkap en herplant vormen een grote kostenpost.

 

  1. INVASIEVE LANDPLANTEN.

Landplanten

Op NVWA.nl staat ook een overzicht van soorten invasieve landplanten. Dat is geen veldgids maar met de zoekwoorden ‘invasieve landplanten’ verschijnt het overzicht direct op de website. Het gaat hier over 22 echt schadelijke planten. Per plant is een factsheet te downloaden met informatie over herkenning, verspreiding en gevaren.

Er wordt gewaarschuwd voor twee soorten ambrosia, een onkruid afkomstig uit Amerika. Bij mijn weten nog niet op onze tuinen gesignaleerd. Het lijkt wat op bijvoet of boerenwormkruid. Zaden ervan kunnen in duivenvoer en in vetbollen voor vogels voorkomen. Een half jaar geleden werd zelfs in het NPO-journaal gewaarschuwd voor ambrosia. Het veroorzaakt hooikoorts- en huidklachten.

Er staan drie soorten Aziatische duizendknoop op deze lijst en verder de reuzen- of springbalsemien. Deze laatste komt oorspronkelijk uit de Himalaya, is in het verleden wel ingezaaid door imkers omdat hij nectar voor bijen levert. De hele Biesbosch is nu vergeven van deze hippieplant en die krijgen ze daar nooit meer weg. Het is verboden om hem in te zaaien, verplanten of uit te graven. Maar in onze tuinen is springbalsemien wel onder controle te houden.

In dit overzicht staat ook de bekende Amerikaanse vogelkers of bospest. Ook daarvan staan er vijf exemplaren bij ons, nl. op het Vroegopplantsoen. Ook die zijn bij ons wel in de hand te houden. De Waddeneilanden en de Peel staan er echter vol mee. Ze krijgen die daar ook nooit weer weg. Toch mogen ze nog steeds in tuincentra verkocht worden. In de voedselbossen gebruiken ze ze om elk jaar de takken af te snijden en op de grond te leggen en zo andere bomen en struiken te voeden.

Goede planten

Op het internet staat veel over goede planten. Bijv. op tuinernietin.nl is een lijst te vinden van planten die bevorderlijk zijn voor de biodiversiteit.  Verder staat het boek ‘De tuinjungle’ van Dave Goulson boordevol informatie. In de bijdrage in het zomer-nummer van 2023 door Iris de Veer staat ook heel veel.

  1. DIEREN

Halsbandparkieten

Mijn geliefde merkte op dat halsbandparkieten (exoot uit Azië)  de trossen bessen van de lijsterbes, die in het voorjaar verschijnen,vroegtijdig van de bomen rukken. Merels en lijsters lusten die ook. Deze laatste twee gaan in de boom zitten en eten bes voor bes zittend in de boom. Een halsbandparkiet lukt dat niet maar gooit de hele tros op de grond. In plaats van dan de bessen van de grond te eten, pakt hij een nieuwe tros, die vervolgens op de grond terecht komt en binnen de kortste keren is de boom leeg. Een merel is gewoon de bessen direct uit de boom te eten en eet ze niet van de grond. Niet leuk voor de merels dus. Ook verdringen de parkieten vleermuizen door hun nestplekken in te pikken.

Ratten en katten

Voor dieren vond ik een lijst met ‘100 of the World’s Worst Invasive Alien Species‘.Op die lijst, dus horend bij de honderd ergste exoten staan onder meer de tijgermug, de chinese wolhandkrab, de karper, de huiskat en de rat.

Huiskatten komen oorspronkelijk uit het oostelijk Middelandse-Zee-gebied. Van een kat die buiten komt is bekend dat die iedere dag wel een een vogeltje pakt, en vaak wel meer dan één. Bij ons in de tuinen pakken ze ook wel een muis of een woelrat, terwijl die laatste twee hier wel horen. Loslopende katten zijn verboden op onze tuinen.

De rat (exoot uit Centraal-Azië) staat ook op deze lijst. De rat komt oorspronkelijk uit Centraal-Azië en heeft zich door toedoen van de mens over de hele wereld verspreid. Lange tijd heb ik ‘s winters mijn gft-afval van huis meegenomen voor de compostbak in de tuin, dat ging jarenlang goed. Maar er zijn door ratten gaten in het rondom afgesloten plastic VAM-VAT zijn geknaagd, plastic met een dikte van 5 mm. Sinds ik een rat in die compostbak aantrof ben ik  gestopt met etensresten in de compostbak te gooien. In de winter ligt het composteerproces ook nog eens stil. Wat je in de winter in de compostbak gooit is voer voor een rat. Het lijkt me geen goed idee om ratten in de winter bij te voeren. Wat wel goed werkt is een Bokashi-emmer. Zie het artikel over de bokashi-emmer op de website

 

Tuinieren

Broeden en zagen

Van ijsvogels is bekend dat ze tot in oktober kunnen broeden. Vorige zomer is er drie keer achter elkaar gebroed bij ons en vier keer is zelfs mogelijk. Een totale broedcyclus, van baltsen tot uitvliegen van de jongen, duurt ongeveer 50 dagen. Ook van winterkoningen is bekend dat ze drie broedsels in een jaar kunnen hebben en duiven kunnen tot ver in het najaar broeden. Volgens de Wet Natuurbescherming mogen ze niet verstoord worden. Als je ze in de broedtijd niet ziet, wil dat nog niet zeggen dat ze er niet zijn. Vogels proberen hun nest verborgen te houden. Doe eventueel snoei- en zaagwerk dus zoveel mogelijk in of rond de wintermaanden. Ook bij de werkuren. Ook het snoeien van heggen in lente en zomer moeten we in de broedtijd heel behoedzaam doen.

Dood doet leven

Een ornitholoog vertelde tijdens een vogelwandeling door onze tuincomplexen dat vogels het meest gebaat zijn bij gedeelten waar niemand komt. Voor bevordering van biodiversiteit wordt aangeraden om in elk geval in je tuin een stuk aan te houden waar je niet (vaak) komt. Laat een takkenwal overgroeid raken met klimop. Die bloeit vanaf september tot december. Goed voor de insecten. Dode bomen en ander dood hout laten liggen is goed voor de biodiversiteit. Als er op een boom een zwam zit is misschien slecht voor de boom , maar niet slecht voor de biodiversiteit. Het heeft allemaal zijn functie in het ecosysteem.

Het is misschien wat veel geworden, maar ik acht het van belang er kennis van te nemen en bij de tijd te blijven. Soms moet het roer om en soms gebeurt dat ook. Moest ik twintig jaar geleden de gele lis die in mijn sloot stond nog weghalen, nu moeten we zien die weer terug te krijgen.

door Jaap Glas, Vinkenlaan 39

 

Eén reactie

Reacties zijn gesloten.