Bomen beter laten groeien

Door Iris

We weten natuurlijk allemaal dat bomen groeien, dat zie je om je heen. Maar hoe doen ze dat eigenlijk? Ze hebben immers een harde buitenkant. En hoe kun je de groei van de bomen in je tuin bevorderen of juist afremmen?

Niet groeien is dood
Bomen groeien vanaf de buitenkant en niet vanaf de kern. De stam van een boom is van buiten naar binnen opgebouwd uit schors (zeg maar de huid van de boom, die zorgt voor bescherming). Daarbinnen zit de bast, een dunne laag cellen, die zorgt het transport van suikers en voor de aangroei van schors aan de buitenkant. Zo scheurt de boom niet uit zijn jas.  Of soms wel, maar dan komt er een nieuwere, ruimere jas onder te voorschijn. Denk aan een berk of een kurkeik.

De volgende laag, het cambium, maakt nieuwe cellen voor het spinthout aan de binnenkant voor de boom. Zo wordt de boom dikker en vormt de jaarringen.

Dan volgt het spinthout, de buitenste ring van de stam, dat zorgt voor de sapstromen van de wortels naar de kroon en omgekeerd (in het Engels heet dit stuk dan ook sapwood).

Daarbinnen zit het kernhout dat heeft geen functie meer voor het vervoer van voedingstoffen, het geeft steun aan de boom. Het is eigenlijk oud spinthout, dat niet meer geschikt is voor transport van sappen. De stoffen die er in zitten zorgen nog wel voor resistentie tegen bacteriën.

Een boom groeit zolang hij leeft. Een boom die niet meer groeit is een dode boom.

Leve de holle boom
Holle bomen zijn daarom geen dode bomen of stervende bomen. Een boom kan goed overleven zonder kernhout. Als het kernhout vermolmd is door schimmels en insecten kan het spinthout gewoon doorgaan met groeien. Soms komt aan de binnenkant ook een soort schors of wondweefsel om de boom te beschermen. Die schimmels kunnen via een gat in de schors en bast binnenkomen of via de wortels.Daarom moet je takken ook niet vlak bij de stam afzagen. Je moet een klein uitstekend stukje laten zitten, daarop kan de boom dan wondweefsel maken om zichzelf te beschermen..Holle bomen zijn weer goede schuilplaatsen voor dieren: vogels maken er nesten, vleermuizen maken er hun woning en marterachtigen zijn er ook blij mee.  Holle bomen kunnen soms wel slechter tegen harde wind, ze vallen doordat ze minder steun hebben van het kernhout makkelijker om.

Stevige drinkers
De boom haalt met zijn wortels water met opgeloste mineralen uit de bodem. De voornaamste van die mineralen zijn stikstof, fosfor, kalium, calcium, zwavel, ijzer en magnesium. In het spinthout zitten lang buisvormige buisvormige cellen die als een soort bloedvaten werken.

Per dag kan een volwassen boom wel 250 tot 400 liter water naar binnen zuigen. Dat verschilt nogal per soort en hangt ook af van de grootte van de boom en de temperatuur van de omgeving. Er zijn stevig drinkende bomen, die wel 1000 liter per dag halen. Stel je voor dat je die met een emmertje zou moeten begieten, dan gaat het om 100 emmers. Met 10 emmers per uur (en dat is stevig aanpoten) ben je dan 10 uur zoet, dat is een flinke werkdag. Populieren en wilgen zijn bijvoorbeeld enorme drinkers. Boeren zetten ze daarom vroeger op natte grond bij het huis, zodat de bodem daar wat droger werd.
Een deel van water wordt verdampt via de bladeren en houdt zo de boom koel. En niet alleen de boom, ook ons en andere dieren en planten die onder of in de boom groeien.
Bomen stevig snoeien doe je daarom ook het beste als de sapstromen heel rustig zijn of bijna helemaal stil staan, In de winter of het vroege voorjaar. Dan verliest de boom  niet al te veel sap en kan niet zo makkelijk bevriezen of leegbloeden..
Na stevige vorst moet je ook altijd uitkijken dat bomen geen bevroren takken hebben. Die sterven af en kunnen zomaar plotseling afbreken en op je kop vallen.

Wisselgeld
Er vindt ook een omgekeerde sapstroom plaats van de bladeren naar de wortels. Die sapstroom loopt van de bladeren, via de takken, door de bast naar de uiterste puntjes van de wortels. Daarin zitten suikers die door fotosynthese gemaakt zijn in de bladeren. Ook de wortels moeten namelijk meegroeien met de boom, anders kan hij geen voedsel en water genoeg transporteren naar zijn groeiende stam en kroon. Ook gebruiken bomen die suikers die naar beneden stromen als wisselgeld voor de schimmels die hen in ruil daarvoor helpen door mineralen te vervoeren of voor te verteren. (Zie het artikel over bodem en het artikel over schimmels op de kennisbank van de website.)

Bomen maken zuurstof
Er zijn ook andere elementen die een rol spelen in de stofwisseling van een boom of een plant. Het water met de erin opgeloste minerale stoffen wordt in de bodem door de wortels met de wortelhaartjes opgezogen. Dit is het sap, dat uit de wortels opstijgt via de stam, de takken en de twijgen naar de bladeren. Dat gebeurt door  die in het spinthout liggende vaten en kanalen, de houtvaten. De bladeren van de bomen hangen in de lucht. Die lucht bestaat hoofdzakelijk uit zuurstof (O2), kooldioxide (C02), stikstof (S) en waterdamp (H2O). Bomen zijn  levend wezens, net als wij, en ook opgebouwd uit organisch materiaal. Organisch materiaal  betekent koolstofverbindingen (iets met een C erin). De bladeren maken van energie uit zonlicht met stikstofgas ingewikkelde moleculen, suikers, koolstofverbindngen. Deze omzetting heet fotosynthese (foto betekent licht), een fantastisch chemisch proces. Dan komt er zuurstof vrij (ze breken de stikstof uiteen in C en O2). Zonder fotosynthese was er geen zuurstof en ook geen leven op de aarde mogelijk. Door fotosynthese wordt CO2 en Stikstof (S) afgebroken en dat is weer goed voor het milieu.

Bomen ademen
Bomen ademen net als wij. Dit betekent dat hij ‘s nachts juist het omgekeerde doet van fotosynthese: zuurstof uit de lucht halen voor het verteren van organisch materiaal. De resten water en kooldioxide scheidt hij uit. Dan staat de fotosynthese even stil, want er is geen licht.. Net als wij krijgen bomen van dit verteren van voedsel energie om te leven. Gelukkig valt de totale stofwisselingsbalans van planten en bomen zo uit dat de fotosynthese het wint van zijn ademhaling. Daarom kunnen wij en al wat verder leeft profiteren van de overdag door bomen en planten geproduceerde zuurstof.

Zweten
Bomen scheiden water af, ze zweten. Dat doen ze door verdamping van overtollig water . Ze kunnen dat door het openen en sluiten van hun huidmondjes. Is het dan nog te heet dan doen ze het door hun bladeren of naalden te laten vallen. Je kunt dat in hete zomers goed zien, is het lang heet dan laten veel bomen hun naalden en bladeren vallen om zo minder te verdampen. De boom moet zo verschillende wat tegenstrijdige problemen tegelijk oplossen. De schors beschermt de boom tegen uitdrogen, beschadiging, infectie, door insecten veroorzaakte schade enz., maar moet ook ademen. Die huidmondjes moeten de bij de stofwisseling betrokken gassen (zuurstof en stikstof) laten ontsnappen, daarvoor moeten ze open staan. Maar ze moeten zich ook sluiten om te veel waterverlies tegen te gaan. Hoe heter het wordt in de zomers, hoe lastiger die functies zijn te combineren. Dan krijgt de boom hittestress.

Hoe oud is die boom? Oeps
Het in de bladeren gemaakte sap bereikt via de bastkanalen het cambium dat door  onophoudelijke celdeling houtweefsel aan de binnenkant en bastweefsel aan de buitenkant vormt. Er komt ieder jaar een nieuwe jaarring bij. Deze ringen zijn meestal duidelijk van elkaar gescheiden. Elke ring bestaat uit een laag los gebouwd, licht gekleurd hout, of voorjaarshout, en een laag dichter, donkerder gekleurd hout, of zomerhout. Het voorjaarshout heeft grote cellen en weinig vezels omdat het veel water moet doorlaten. Na de winter moet de boom profiteren van de lente en snel groeien. In de zomer is het droger en zijn de cellen kleiner en dichter. Daardoor is het mogelijk jaarringen te tellen. Zo kun je dus de leeftijd van een boom bepalen. Het is alleen een beetje jammer dat je hem daarvoor moet omhakken. Zo kwamen onderzoekers in Amerika erachter dat het dwergdennetje dat ze omhakten de oudste boom op aarde was, 4500 jaar. Oeps. Onze oudste boom  wordt op 800 jaar geschat.

Tegenwoordig doen ze het vaststellen van de leeftijd van bomen dan ook liever met behulp van een speciale boor. Hoewel het maken van boorgaten in bomen ook niet zonder risico is. Je maakt toch een wond in een boom waar van alles in kan binnendringen en de boom ziek maken..Je kunt de leeftijd van bomen ook vaststellen aan de hoogte en de takkengroei, maar dat is veel minder nauwkeurig.

Kokende beuken
Een boom die wil groeien heeft dus licht, water (genoeg maar niet te veel) en voedsel nodig. Geen of weinig licht leidt tot het verlies van de onderste takken (die in het donker groeien) en scheefgroei. Een boom groeit dus in de hoogte en in de breedte: Wie snel groeit zoals een beuk wint de wedstrijd van andere bomen, zoals eiken. Wie beter tegen de warmte kan zoals esdoorns, lindes, en elzen zal met de toename van de hete zomers het gaan winnen van beuken. Oude beuken, die vaak een grote kroon hebben en veel verdampen via hun bladeren, kunnen dat door de hogere temperaturen in onze zomers niet meer bijbenen. Hun vaten zijn te hard en te oud. Ze gaan “koken” en sterven massaal. Ze worden nu vervangen door bomen die daar minder last van hebben. Wilgen, elzen en iepen kunnen goed tegen natte voeten en doen het daarom goed bij ons op de tuin.

Bomen houden
Als je je bomen wilt laten groeien hebben ze dus licht, water en voedsel nodig en een goede bodem. Voedsel zit er genoeg in onze veengrond, maar soms is de grond uitgeput bijvoorbeeld doordat er lang grote coniferen hebben gestaan. Een goede bodem betekent voldoende lucht en waterdoorlatend. Dus niet te veel lopen en zware dingen zetten op de voeten van je boom. Wil je hem klein houden dan kun je water en voedsel beperken. Dat is best lastig, tenzij je ze in een pot houdt. Je kunt ze snoeien, in de goede tijd en met beleid, niet te veel in een keer. Je kunt ze ook snoeien door de top er uit te halen, maar niet elke boom kan daar tegen en je hebt kans dat hij dan flink in de breedte gaat uitdijen. Of je kunt de wortels afsteken, dwz in een kring om de boom de haarwortels doorsteken met een spa. Geen grote wortels doorzagen want dan gat hij gegarandeerd dood.

Als je een boom wilt planten, zorg dan dat je plantgat groot en diep genoeg is (zeker zo groot als de kroon). Geef de boom veel water want hij mist door het verplanten een deel van zijn haarwortels (tenzij hij op pot gekweekt is). Geef hem een goede start door goede humeuse grond in het gat te gooien, liefst met wat compost. Een goede ondersteuning met een of twee palen zorgt ervoor dat je boom zolang hij nog niet goed geworteld is, niet omwaait.