Micropia

Ter voorbereiding op een themanummer van het tuinblad over insecten en ander klein ongedierte ging de redactie op studiereis naar het enige museum ter wereld over microben. En laat dat nou net in Amsterdam zijn: Micropia, een onderdeel van Artis (maar apart te bezoeken), geheel gewijd aan alle leven wat je niet met het blote oog maar wel met een microscoop kunt zien.

 

Nooit meer hetzelfde

Zoals de mensen van het museum het zelf omschrijven: “Je ziet ze niet, maar ze zijn er wel. Ze zitten op je, ze zitten in je, en jij alleen hebt er al meer dan honderdduizend miljard. Ze zijn er als je eet, als je ademt en als je zoent. Ze zitten overal, op je handen en in je buik. En ze bemoeien zich met alles. Zíj bepalen hoe onze wereld eruitziet: wat je ruikt en wat je proeft; of je ziek wordt, of juist beter.
Ze kunnen ons redden of vernietigen. Microben, de kleinste en machtigste organismen op onze planeet. We weten nog maar weinig van ze af,
maar kunnen veel van ze leren. Over onze gezondheid, alternatieve energiebronnen en wie weet wat nog meer. Als je de wereld van héél dichtbij bekijkt,
gaat er een nieuwe voor je open. Mooier en bijzonderder dan je je ooit hebt kunnen voorstellen.”Zien en ervaren staat centraal, waarbij steeds de nadruk ligt op de (veelal positieve) relatie tussen de microbe en de bezoeker zelf. De natuur komt daarmee ongelooflijk dichtbij, en door een slim aanbod van informatie is er voor ieder wat wils, van jonge leek tot ouwe rot in het vak. Eén ding is zeker: na een bezoek aan Micropia kun je nooit meer hetzelfde naar jezelf en de wereld kijken.””  

 

Beerdiertje

Bij de voordeur ontmoeten we gelijk een enorme uitvergroting van een schattig minidiertje, het beerdiertje. Ton neemt gelijk plaats op de schoot van het beerdiertje. Beerdiertjes zijn oeroude microben. Je kunt ze met een gewone microscoop of een goed vergrootglas (20X) wel zien. Ze zijn overal om ons heen. In een plukje mos in je tuin kunnen er wel  duizenden wonen (gemiddeld 228,7 beerdiertjes op een vierkante centimeter mos) . Ze kunnen tegen heel extreme omstandigheden (van 150 graden tot -270 graden) en ze kunnen meer radioactieve straling hebben dan wij aankunnen. Ze kunnen heel lang zonder eten of drinken, of zelfs zuurstof. Ze komen voor van pool tot evenaar, van de hoogste toppen van de Himalaya tot de diepste meren. Na afloop koopt Ton een heus knuffelbeerdiertje voor zijn kleindochter. Op de site van Micropia staan een aantal experimenten die je thuis kunt doen met microben, onder andere met beerdiertjes.

 

Leven op je neus?

Micropia maakt veel gebruik van technische hulpmiddelen: microscopen, prachtige uitvergrootte foto’s en filmpjes. Veel gaat over kleine diertjes en schimmels waar wij dagelijks mee te maken (kunnen) hebben.  Kijk bijvoorbeeld eens op You-tube naar: Is er leven op je neus https://www.youtube.com/watch?v=iMQS514OX3g. Er leeft ook van alle, net als in een echte dierentuin:zwammen, schimmels, bacteriën, mieren. Gelukkig wel in kooien, dus wees niet bang dat je opgegeten wordt.

 

Lasso’s en zombies

Wel kun je je regelmatig een hoedje schrikken als je die microben uitvergroot aan de gang ziet: wat dacht je van schimmels die een lasso uitwerpen om daar aaltjes mee te vangen om die vervolgens te verslinden. Of schimmels die binnen dringen in het brein van insecten en die vervolgens gaan besturen, zodat ze als zombies in de hoogste boom klimmen en zich te pletter laten vallen, opdat de schimmel zijn sporen maar zo goed mogelijk kan verspreiden. Ook de hoeveelheid microben op je toetsenbord, deurkruk en tandenborstel zijn indrukwekkend. je zou er smetvrees van krijgen. Ik moest even bijkomen van een foto van wimpers met wimpermijt (hebben we allemaal). Op die mijten leven weer andere diertjes, die ook weer kleinere diertjes te gast hebben. Een leven vanjewelste daar op je oogharen.

 

Landbouwende mieren

Het museum bezit schitterende glazen modellen van de verwekkers van de meest smerige ziekteverwekkers;  ebola, pokken, malaria, allemaal even beeldig. Mooi waren ook de landbouwende mieren (die wonen in het museum). Ze knippen stukken blad af, vervoeren die naar hun hol onder de grond en enten die met schimmels. Die schimmels verteren de bladeren dan voor, zodat ze makkelijker door de mierenlarven verteerd kunnen worden. Mieren blij, schimmels blij.

Schimmels en bacteriën doen ook voor ons veel goed werk met het (voor)verteren van eten, het brouwen van bier, maken van wijn en brood (denk ook zuurkool, kombucha, yoghurt).  Terloops kom je ook te weten hoeveel kleine dieren je uitwisselt als je elkaar een zoen geeft (dat hebben Ton en ik dan weer niet uitgeprobeerd).

Kortom Micropia is zeker een bezoek waard, ook voor kleine kinderen is er veel te beleven en te doen. De website is ook erg mooi en staat vol leuke filmpjes en experimenten om thuis te doen.