Tuinder Bote heeft prachtige foto’s geschoten van een in zijn tuin smikkelende buizerd. Waarschijnlijk zat hij net een waterhoen te verorberen aan de pootjes te zien. Buizerds (Buteo buteo) zijn in Nederland tamelijk algemene roofvogels. Er zitten ongeveer 10.000 paartjes, ze trekken niet, maar blijven het hele jaar in ons land.
Wel komen er in de winter wat Scandinavische overwinteraars bij. Langs wegen zie je ze vaak op een hekje zitten te wachten op wat road-kill. De buizerd is niet picky als het om eten gaat: muizen, mollen, konijntjes, vogels, vissen, amfibiën zoals kikkers, maar ook regenwormen en kevers schrokt hij dood of levend op. Dat “opportunisme” maakt dat buizerds goede overlevingskansen hebben.
Capriolen
De buizerd kan vanaf iets laags jagen, zoals de takkenwal in Botes tuin, vanaf een zitstok, zoals langs de Friese snelwegen, maar ook hoog biddend vanuit de lucht. Hij kan goed thermieken, in grote cirkels op luchtstromen naar boven “drijven”, bijna zonder vleugelslag. Soms doen ze dat gezellig in een groepje. Ik heb wel eens een groep van zes buizerds enorme capriolen zien uithalen in de lucht. Een vogelkenner vertelde me dat dat waarschijnlijk een ouderpaar met jonge dochters was die huwelijkskandidaten op bezoek hadden. Rondvliegende jongelingen moeten volgens hem naar de poot van de dochter dingen door zich enorm uit te sloven in het zicht van de huwbare dochters en de ouders. Die kunnen zo zien of hij zijn mannetje staat voordat ze hun dochter met hem laten vertrekken.
Miauwen
Hij heeft brede bijna recht uitstaande, of in een ondiepe V-gehouden, vleugels, een niet zo ver uitstekende kop, een vrij korte staart. Buizerds zijn best groot: ze kunnen wel 120 cm spanwijdte hebben en kunnen van kop tot staart zo’n 60 cm meten. Hun kleur kan erg verschillen, van heel donkerbruin tot heel licht bruin. Ze maken een wat klagelijk, miauwend geluid, een beetje als een meeuw.
Voeren
Buizerds broeden het liefst hoog in de boom. Ze gebruiken hun oude nesten, of knappen een verlaten nest van een andere roofvogel op. De buizerd houdt van groot wonen, zijn nest (dat heet een horst) is ongeveer een meter breed en 60 cm diep. Ze leggen twee tot vier eieren en broeden ze in april-mei in een dikke maand uit. Moederbuizerd blijft de eerste weken op het nest op de jongen passen, terwijl de vader voor eten zorgt. Na nog nog een maandje vliegen de jongen voor het eerst het nest uit. Ze worden nog wel een á twee maanden gevoerd door paps en mams voordat ze helemaal zelfstandig zijn. Als ze drie of vier jaar oud zijn kunnen ze pas zelf aan een nest jongen beginnen. Ze worden maximaal een jaar of 30 oud.
Iris