Tuindraken en ander tuinplezier

Drakenklauw

Ik heb twee maanden rondgereisd in Vietnam, Laos en Cambodja en daar veel in tuinen gekeken. Veel van de tuinplanten zijn daar via de Franse kolonisatoren gekomen. Door het klimaat is alles veel groter en groeit harder dan hier in Europa: bougainville met hele dikke stammen kronkelden zich over tempels en huizen, oleanders zo groot als bomen, kerststerren (euphorbia’s, Poinsettia) waar je onderdoor kunt lopen en doornappels (Datura’s) die een terras overspannen. Ze hebben ook bijzondere tuinplanten, de meest bijzondere vond ik de klimplant met petrolkleurige (blauwgroene) bloemen. Volgens het opschrift heette hij Drakenklauw, maar ik heb hem nog niet kunnen vinden. Als iemand het weet houd ik me aanbevolen.

Tuindraken

Vietnamezen houden, net als Chinezen, van sterk gecultiveerde tuinen. Ze zijn gek op Bonsaibomen, elke tempel heeft er wel een aantal in potten staan en ze staan binnen op hotelbalies en in restaurants. Ze houden ook erg van in vorm geknipte heggen. Ik zag de meest wilde voorstellingen uit de dierenriem: paarden, slangen, buffels, apen, konijnen, ratten, tijgers honden, etc. De draken zijn het meest spectaculair, vaak meterslang, met kronkelende lichamen, graaiende klauwen en oogjes. Vaak staan in de tuinen enorme dierenbeelden van gips en beton. Meer dan levensgrote herten, pauwen, paarden, kraanvogels, vissen, olifanten en schildpadden als het enigszins kan beschilderd in felle acrylkleuren. Hondenbeelden staan bij of op de toegang om de boze geesten af te wenden. Vietnamezen houden ook van hele grote marmeren beelden in hele kleine tuintjes, vaak zijn dat ook menselijke figuren (meer dan levensgroot): wachters of godinnen. Net als in Chinese en Japanse tuinen maken de Vietnamezen vaak kleine berglandschappen in hun tuin, en pompen water rond om een watervalletje van de kunstberg af te laten klateren. Die bergen worden dan weer volgezet met kleine aardewerken pagodes, zodat er een heel minilandschap ontstaat. Mooi vind ik het niet echt, maar ik word er wel vrolijk van.

Minimanadarijnenboompjes

Ik was er met het Vietnamese nieuw jaar eind januari. Iedereen heeft dan gele, oranje en rode bloemen en planten (veel afrikaantjes, chrysanten en anjers) , bloeiende heesters (prunus) en minimandarijnenboompjes in en voor het huis staan. Geel en oranje staan met name voor goud en rijkdom, rood voor geluk. Tuinders komen op brommers en fietsen gevaarlijk volgeladen naar de stad om hun handel te slijten.

Tuinen zijn voor de meeste mensen daar uiteraard geen siertuinen, maar moestuinen. Iedereen verbouwt wel wat, veel kruiden meerdere soorten basilicum, ieder met echt een hele eigen smaak, meerdere soorten gember, citroengras, dille, munt, koriander en pepertjes in alle soorten en maten uiteraard. De meest moestuinen bijzondere zag ik in Laos. In het droge seizoen vallen de schuine sliboevers van de Mekong droog en haastten de bewoners zich om in rode en gele aarde sla, boontjes en kruiden aan te planten. die moet dan wel binnen drie maanden geoogst, anders staat de boel weer onder water. Zelfs op postzegelkleine eilandjes midden in de kolkende stroom zag ik de aanplant in keurige rijtjes staan.

door Iris (2012)