Permacultuur

Permacultuur is een samentrekking van permanente agricultuur en cultuur. In de jaren zeventig werd de permacultuur door twee Australische biologen omschreven toen zij de relaties in de bossen van Tasmanië onderzochten. Zij achterhaalden de belangrijkste ecologische principes van dit systeem en ontwikkelden een methode die mensen in staat stelt zelf een functioneel ecosysteem na te bouwen.

Dit veelbelovende ecosysteem wordt nu wereldwijd toegepast. In plaats van in te grijpen in de natuur werk je met de natuur mee. Ecosystemen houden zichzelf in stand, door het eerlijk delen van de bronnen, die in de levensbehoeften van planten en dieren voorzien. Het systeem heeft allerlei foefjes bedacht om de beschikbare bronnen te verdelen over een groot aantal planten- en diersoorten die elkaar ondersteunen in plaats van beconcurreren. Zo is dit systeem in staat om een enorme hoeveelheid biomassa in kringloop te houden.

Een mooie (moes)tuin kan een natuurgebiedje zijn, waar de bodemvruchtbaarheid stijgt in plaats van afneemt. Een plek waar vogels nestelen, vruchten rijpen, vlinders fladderen en bloemen bloeien.

Mulchen
Tijdens een zomer bezochten we een vriend in Frankrijk die experimenteerde met de permacultuur. Op een stuk land onder de blakende zon had hij zijn groenten en bloemen zodanig geplant dat ze samen de bodem bedekten en op die manier de aarde vochtig hielden. Alles stond er fris en weelderig bij. De bewoners van het dorp kwamen regelmatig kijken. Hoe kreeg hij dat voor elkaar? Ze noemden hem ‘de groene man.‘ De droogte deze zomer zorgde voor diepe scheuren in de aarde van mijn volkstuin.

Goede grond houdt water vast en hoef je niet te vaak te sproeien. Maar zodra de bodem uitdroogt, verdwijnen de micro-organismen en raakt het evenwicht verstoord. Als je naast water geven ook een extra laag humus (groenafval) toevoegt, help je de bodem bij het vasthouden van het water. Doordat de grond bedekt wordt met organisch materiaal zoals bladeren, houtsnippers, dode plantenresten, etc. kan er geen licht bij de grond komen waardoor onkruid minder snel opkomt en groeit. In de winter beschermt deze laag de wortels tegen vorstschade. De micro-organismen verteren het dode organische materiaal en zetten dit afval om in voedingstoffen voor de bodem en de wortels van planten. Denk erom dat je geen groenafval met zaad verspreidt tenzij je dat juist wilt. Door te mulchen wordt de aarde beschermd tegen felle zon, regen, wind en kou.

Combinatieteelt
Het is belangrijk dat je je tuin leert kennen door te observeren wat er in staat, waar en wat er spontaan opkomt. Wil je die planten en ook op die plaats?

Zo krijg je een lijst van alle planten die zich in je tuin bevinden.  Nu moet je beslissen welke planten, bomen of struiken je wilt behouden en welke niet. De planten die je wilt houden hoeven niet op dezelfde plaats te blijven staan, je kunt ze ook verplanten. Verwijder de weg te halen planten, of maai ze.

Een permacultuurtuin is een eetbaar landschap met de juiste bloemen om nuttige insecten aan te trekken. In onze cultuur hebben we de neiging om moestuinen en bloementuinen van elkaar te scheiden en gebruiken we scherpe randen in het ontwerp van deze ruimten.

 

 

 

Combineren

Uit de combinatieteelt weten we echter dat hoe meer de boomgaard en de weide met wilde bloemen of de groentetuin en bloemen zijn geïntegreerd, hoe minder ziektes er voorkomen door de nuttige insecten die zo aangetrokken worden. Je kunt planten met elkaar combineren tegen ongedierte omdat sommige planten een gunstig effect hebben op ongedierte door geuren en kleuren. Bieslook voorkomt bladluis op tomaat en zonnebloem. Luizen houden ook niet van koriander en knoflook. Dille trekt sluipwespen aan die luizen eten, evenals duizendblad. Salie verwart vliegen die op de wortel en kolen familie afkomen. De goudsbloem houdt kevers weg bij aardappels en pompoenen. Je kunt planten ook met elkaar combineren omdat ze de groei bevorderen. Kamille, knoflook en dille bevorderen de groei en smaak van de kolenfamilie. Knoflook bevordert ook de groei van bieten. De uienfamilie heeft een negatief effect op bonen, maar Oost-Indische kers en kervel bevorderen de groei en smaak van radijs.

Gilden
Gilden zijn groepen van meerjarige struiken en planten gecombineerd met bijvoorbeeld zichzelf uitzaaiende rucola of spinazie. Ze houden het met elkaar uit en hebben een gunstig effect op elkaar. Zo kun je autonome eilandjes in je tuin creëren die zichzelf bedruipen. Uit het boek ‘Met Mest en Vork’ van Alma Huisken haalde ik voorbeelden voor het ontwerpen van gilden. Rondom een appelboom bijvoorbeeld kun je klaver zaaien, die de aarde vasthoudt en stikstof in de grond brengt. Ook kun je rondom de appelboom Oost-Indische kers, knoflook, daslook of uien planten. Zij weren de luizen en onderdrukken onkruid. Narcissen houden de woelmuis op afstand. Rabarberplanten gedijen goed in de halfschaduw met frambozen, mierikswortel en aardbeiplanten. Stikstof biedende groenbemesters zijn klaver, lupines en tuinbonen. Kruipende gewassen zoals komkommer, pompoen en aardbeien houden van de nabijheid van duizendblad, paardenbloem en smeerwortel.

 

 

Wil je meer weten? Kijk op www.permacultuurnederland.org of www.clubgroen.nl

Isolde Landman