Beuk, smorende oermoeder

Bomen met bomen

Aflevering 2

In de serie “Bomen met bomen” deze keer een interview met indrukwekkende en krachtige persoonlijkheid, de oermoeder uit het bos. Wat het eerste aan haar opvalt is haar struise, rijzige gestalte, haar ronde welgevormde stam, haar gladde huid en haar dichte bladerdos. Haar takken beginnen al laag aan de stam uit te veren. Ze heeft een enorme bolvormige kroon en een bast die grijs tot grijsgroen van kleur is. Haar jonge blad is zacht behaard en elliptisch tot eirond en de bladrand is ondiep gegolfd.

Adel en kale neten
“Ik heb mijn kruin ook wel eens rood, ja. Vooral als ik met andere bomen in een park sta wil ik me graag onderscheiden. Ik ben inderdaad verre familie van de eik en de tamme kastanje, wij zijn zo’n beetje de adel onder de bomen hè. Een oud geslacht. Weet je dat onze naam “beuk” aan de basis ligt van het woord “boek”. De oude druïden schreven hun runetekens namelijk al op stokjes van ons hout. In de Bijbel, Het Boek zeg maar, worden we al geroemd om ons timmerhout. Niet dat we ons op onze afkomst voor laten staan hoor, maar ik merk toch wel dat op zo’n tuincomplex als dat van jullie bivakkeren toch niet helemaal mijn ding is. Ik vind die hoge waterstand maar niks en ik houd persoonlijk meer van wat kalk in mijn bodem.

Ik zie bij jullie wel haagbeuken, die houden meer van water dan wij, de echte beuken. Maar zij zijn toch meer kreupelhoutmateriaal. Ons, de fagus sylvatica, kun je ook wel in een haag zetten en kortwieken, maar dat vinden we toch eigenlijk beneden onze stand. Nee, neem daar de carpinus betulus maar voor, wij streven naar het hogere. Die haagbeuk is geen familie van ons,  al denken ze dat ze op ons lijken, die zijn familie van de berken.

Wij hebben een stijlvolle kleurrijke herfsttooi.  Wij verliezen ons blad nauwelijks in de winter en zij zijn meer kale neten. Ze zijn meer brandhout, zeggen wij onderling altijd. Wij zijn meer het betere timmerhout. Van ons worden stijlvolle meubels gemaakt en drukletters, van hen slagershakblokken. Onderscheid moet er zijn.”

 

Personeel
“Verplicht aan onze stand hebben wij natuurlijk personeel, wij doen echt niet alles zelf.  Zo hebben wij een inwonende schimmel (mycorrhiza) die slorpt voor ons zouten uit de bodem en transporteert die naar de wortels in ruil voor huisvesting.
Verder zijn wij windbestuivers. Onze mannelijke bloemen die in katjes naar beneden hangen worden in mei door de wind vervoerd. Dat doen wij heel verantwoord, ik krijg zelden klachten over hooikoorts.
Onze vrouwelijke bloemen zitten samen in een bekervormig leerachtig of houtig omhulseltje, het zogenaamde napje. Wij zijn dan ook lid van van de orde van de napjesdragers. Nadat de wind zijn werk voor ons gedaan heeft groeien binnen onze napjes onze beukennootjes.

Wij hebben ook superschattige huisdiertjes, de eekhoorns, die vertroetelen wij en die zorgen in ruil daarvoor dan weer voor de verspreiding van onze zaden. Ze zijn namelijk niet bijster slim, dus ze vergeten hun wintervoorraden nog al eens op te halen en zo planten ze hele bossen voor ons aan.” 

Moeder
“Ik heb altijd al moeder willen worden ja. Ik heb gewoon zo veel te geven. Ze noemen mij ook wel “de moeder van het bos”, daar ben ik trots op.  Niet alleen voeder ik bijna alle dieren in het bos, gaaien, zwijnen, en nog veel meer. Ook mensen kunnen mijn bladeren eten, en mijn noten. Ik geef je wel wat recepten mee voor de lezers. Je kunt van mijn bladeren zelfs likeur en brandewijn stoken. Met mijn schors kun je bier brouwen, vlees, vis en kaas kun je er  mee roken. Ik ben ook verzorgend. Met een aftreksel, of van mijn as kun je schurft genezen en wormen verdrijven. Mijn bladeren maken de meest fantastische bladaarde, echt bijzonder vruchtbaar. En op de vijgenboom na, heb ik het grootste bladoppervlak per boom, dus ik zorg voor het zuiveren van de lucht en ik vang enorm veel stof uit de lucht.”

“Soms verwijten mensen mij wel eens, dat ik te dominant ben. Als wij eenmaal in de familie een bos hebben gevormd, dan laten we niet of nauwelijks plaats voor anderen. Wij spreiden onze kruinen en geen buitenstaander komt er meer tussen. Wij zijn een oud matriarchaat. Wij worden honderden jaar oud, kunnen meters dik worden en tientallen meters hoog. Als onze grootmoeders dan neerhaald worden door mensen, of door zwammen, of bezwijken van ouderdom, dan blijven ze onze familie helpen. Hun wortels blijven onder de grond leven ook al zijn hun kronen verdwenen. Onze grootmoeders vormen op die manier net als bij olifanten het geheugen van de groep. Zij kennen de afwisselling van droogte en vocht over honderden jaren en waarschuwen ons en helpen ons met voedsel en vocht verzamelen. Samen staan we sterk.”


Recepten van de beukenmoeder

Beukennoten koekjes
Ingrediënten voor 50 koekjes: 250 gram bloem; 200 gram havermout; 200 gram roomboter; 200 gram suiker; 100 gram pure chocolade(70%); 75 gram bruine basterdsuiker; 100 gram gepelde beukennootjes; 3/4 theelepel bakpoeder; 1/2 theelepel baksoda; 1/4 theelepel zout; 1 á 2 eieren; 1 zakje vanillesuiker; 2 eetlepels cacaopoeder.

Bereidingstijd:30 minuten

Bereidingswijze: Rooster de beukennootjes in een droge pan met anti-aanbaklaag, gedurende 10 minuten, op niet te hoog vuur (om het aanwezige blauwzuur te neutraliseren). Na het roosteren hak de beukennootjes in wat kleinere stukjes. Hak en breek de chocolade ook in stukjes. Verhit de oven voor op 180 graden, en bedek een bakplaat met bakpapier. Meng de bloem, havermout, het cacaopoeder, bakpoeder, baksoda en het zout in een kom. Voeg de (vanille-)suiker, boter en een ei toe, en meng dit geheel goed door elkaar. Als het deeg te droog is, kun je eventueel nog een ei toevoegen. Voeg nu de chocolade en de beukennootjes toe en kneed dit kort door, anders smelt de chocolade. Verdeel het deeg in porties van 25 gram. Met bovenstaand recept heb je ongeveer 1250 gram deeg, waar je 50 koekjes van kunt maken. Modelleer de koekjes en dan een halfuurtje in de oven.

Beukennotenpesto (een goede vleesvervanger)

2 eetlepels gepelde beukennootjes; 1 bosje peterselie uit de tuin of van het terras; 8 eetlepels olijfolie (extra vierge); snufje zout; gemalen peper en 2 teentjes knoflook.
Doe alle ingrediënten in de blender en mix het geheel tot een grove pasta ontstaat.
Eet dit bij een pasta, salade, stokbrood of geroosterd brood. Ook leuk om te serveren op een verjaarspartij.

Beukenbladsalade

Verse beukenbladeren zijn heerlijk in salades.
Recept met Beukenblad, eventueel aan te vullen met linde en berkenblad:
Boterham met Berk, linde of beukenblad.
Soort recept: ontbijt of lunch.
Ingrediënten: brood, boter, kaas, berk-linde en/of beukenblad

De tere, hele jonge en nog doorschijnende blaadjes van berk, linde en beuk zijn gezond en smaken heel goed op de boterham, bijvoorbeeld met wat kaas. De blaadjes kunnen ook in de sla. Voor gebruik de bladeren goed wasssen en uit laten lekken. Dit recept komt uit het boek Eten en drinken met wilde planten van Laurette van Slobbe.

Iris