Verdrinken en stikken: het leven en lijden van de boom

Door Iris de Veer

Op 20 juli 2015 was er weer een bomenwandeling onder leiding van Hans Kaljee. Hans Kaljee is bomenconsulent.  Hij werkt voor de dienst Ruimtelijke Ordening van de gemeente Amsterdam. Hij praat op zijn Amsterdams gezegd vijf kwartier in een uur. We hangen aan zijn lippen. Bomen zijn zijn passie en de iep is zijn grote liefde. Hij schreef er zelfs een lijvig standaardwerk over, over de Iep of olm, om precies te zijn de Hollandse iep.  Hij vertelt met verve over zijn dierbare boomsoort.

De Hollandse iep of Ulmus x hollandica “Belgica” is een kruising tussen de inheemse gladde veldiep en de ruwe bergiep. De op de grachten gebruikte variëteit Belgica werd vanaf 1694 in de omgeving van het West-Vlaamse stadje Ieper (what is in a name?) gekweekt. De iepen bleken veel robuuster dan de tot aan de 18e eeuw toe aangeplante linden. Volgens Hans zien de linden die in de veertiger jaren aan de Prinsengracht tussen de Leidsgracht en de Brouwersgracht werden aan geplant er dan ook echt zielig uit.

Nee, dan de iep, ze zijn sterker, ze gedijen op verschillende soorten grond, en zijn goed bestand tegen natheid en droogte, niet gevoelig voor zilte zeewind en luchtvervuiling. Ze verdragen vele beschadigingen door wanparkeerders en fietskettingen zonder te klagen. De iep maakt in no time een prachtig lidtekenweefsel over zijn opgelopen wonden. Ze kunnen ook goed verharding, de bestrating boven hun wortels. Iepen zijn herkenbaar aan hun hoge, gegroefde stam, die wordt verdeeld in meerdere opgaande hoofdtakken, en aan hun transparante kroon.

Iepenhoofdstad
Amsterdam is ‘iepenhoofdstad van Europa’, overal staan iepen, 60 procent van de bomen in het oude centrum is iep. In heel Amsterdam staan er maar liefst 75 duizend. De oudste iepen in de binnenstad zijn hooguit 120 jaar oud. Amsterdam kent een paar monumentale iepen. In de tuin van de Oudemanhuispoort staat bijvoorbeeld een 35 meter hoge Hollandse iep, waarschijnlijk een ‘Belgica’, waarvan geschat wordt dat hij omstreeks 1895 is geplant. Met zijn hoogte van 34,8 m en stamomtrek van 442 cm is het één van de grootste hoofdstedelijke iepen. Op de Westermarkt staat nog een veldiep uit dezelfde tijd. Tegenover de Nieuwe Herengracht 5 staat een veldiep, die geplant werd in 1891, dat is waarschijnlijk de oudste iep van Amsterdam. Alle iepen die we nu nog langs de grachten aantreffen zijn zo goed als zeker na 1900 geplant.

De Hollandse ziekte
De iep is in discrediet gebracht door de iepenziekte, de “Dutch Elm Disease”. De iepenziekte is een schimmelziekte die in 1920 werd ontdekt in Brabant. In de jaren zeventig van de vorige eeuw stak een agressieve variant de kop op. Eerst gaan de bladeren dood, dan de takken, dan de boom. De ziekte verspreidt zich via de wortels en via minikevertjes naar de buurboom. Hele lanen verloren hun prachtige iepenhagen door deze verwoestende ziekte. Dat maakte de iep tot een paria bij aanplanters van parken en straten. Volgens Kaljee is de bestrijding van de iepenziekte in Nederland nu zo goed dat we ons geen zorgen meer hoeven maken. “In Amsterdam grijpen we nu meteen in als we een zieke boom zien. We inspecteren intensief. We gebruiken roostertjes om te zien waar veel kevers zitten. Zo kun je gericht zoeken naar ziektehaarden. De nieuwe iepensoorten die worden geplant, zijn bovendien ‘hoogresistent’ tegen de iepenziekte, de jaarlijkse sterfte is nog maar hoogstens 0,5 procent.”
Het gevolg, aldus Hans Kaljee: “Een landelijke ommekeer. Twintig jaar geleden werden in Nederland geen iepen meer geplant. Gemeenten vonden het risico te groot. Nu planten ze weer volop iepen. De iep is weer helemaal terug.” Ook op ons complex staan veel iepen, meestal zaailingen die door de wind zijn meegevoerd.

Kruin en spiegel
Ik verkeerde altijd in de veronderstelling dat wat je boven de grond van de boom ook onder de grond zit. Met andere woorden dat de boomkroon weerspiegelt in de boomspiegel. Kaljee helpt me uit de droom. Door de hoge waterstand, bijvoorbeeld op ons tuincomplex zo’n 30 cm onder het maaiveld, verdrinken de bomen bijna. Ze maken daarom enorm uitgebreide wortelstelsels. Een boom met een kroon met een diameter van zeg 3 meter kan wel een wortelstelsel hebben van 10 meter breed. Dat maakt ook dat ze met stormen makkelijker omvallen. Sommige tuinders gaan als de boomwortels naar boven komen de grond ophogen. “Uitkijken!” zegt Kaljee, “want voor je het weet verstik je de boom. Als je een laag van meer dan 10 cm aanbrengt kunnen de wortels geen zuurstof meer uit de lucht halen. Een andere manier waarop er nogal eens een boom vermoord wordt is door het doorhakken van een wortel. Zodra je een boomwortel ter dikte van je pols doorsteekt of -hakt is je boom ten dode opgeschreven. Het kan een aantal jaren duren maar hij gaat er gegarandeerd aan.” Hij wijst ons op enkele kwijnende boomkruinen. Inderdaad meldt een lokale tuinder ter plekke is een paar jaar geleden een nieuwe sloot gegraven vlak onder de kroon van de boom. Hans schudt mismoedig zijn hoofd: “reddeloos verloren die boom.” Ook takken afzagen moet met beleid gedaan worden. “Niet gelijk met de stam afzagen”, zegt Hans, “want dan kan er geen lidtekenweefsel groeien en komen er gemakkelijk ziektekiemen en parasieten in de boom.”

Meer weten:
Over Hans Kaljee: zie zijn twitteraccount
Over de iep: zie zijn publicatie Iep of olm: karakterboom van de lage landen
Het boekje over monumentale bomen in Amsterdam is hier te bestellen.
Download de pdf mokumsebomen
Meer over Amsterdamse bomen op de site bomeninfo.nl