Gebakkie van Beune

Een drol in een doos, aanbellen, hard “Gebakkie van Beune” in het trapgat roepen, doos op de trap zetten en weghollen. Kon je lachen als de blij verraste krijger de doos openmaakte. Dat was humor zoals je die vandaag de dag niet meer tegenkomt, klaagde mijn jordanese buurman altijd. “Gebakkie van Beune” bleef een staande uitdrukking voor een onprettige verrassing. 
Toch was ik laatst echt blij met een drol voor de deur. Ik miste al een tijdje de vos. De vos placht geregeld door zijn vaste gat in mijn heg te stappen en mij glashard aan te staren met een blik van “wat doe jij hier in mijn tuin”. Ik was altijd blij om hem weer te zien met zijn prachtige bontmanteltje en slimme kop. Al twee jaar heb ik hem niet ontmoet. Ik moet steeds vaker aan hem denken, nu het aantal nazaten van de uitgezette balkonkonijnen de pan uitrijst. “Vos waar ben je als ik je nodig heb?” verzuchtte ik vaak stilletjes .

Eerst zag ik dat het gat in de heg weer open was, toen vond ik een kaal konijnenschedeltje onder de hosta, daarna een vers lijkje van konijnenbaby. Mijn hart sprong op. Zou hij bij me terugkomen? En ja hoor, vorige week lag hij daar op het terras midden voor de de deur: mijn gebakkie van Beune, een mooie verse vossendrol. Keurig met een gedraaid puntje van witte haren. Wat een cadeau!

Iris