Een vreemdeling in huis

Bomen met bomen

Oh, Denneboom, oh, denneboom: diepte-interview met de kerstboom

Aflevering 7 Voor mij staat een kaarsrechte, stramme soldaat, zelfs zijn naalden staan in het gelid. Hij is eerst niet al te scheutig met woorden, maar blijkt dan niet te stuiten. Hij gromt humeurig: “Ja, dan word ik dus voor dennenboom uitgemaakt, in die stomme kerstliederen van jullie. En dat noemt zich tuinier. Dennenboom. Die dennen zijn wel van dezelfde familie als wij, maar dan wel van de armoedige tak. Bij ons staan de naalden netjes in het gelid, keurig aan weerszijden van elke tak, de onderkant witter dan de bovenkant. ”

Onze naalden zijn hoekig en kort, die van de den rond en lang. Bij hun zitten de lange naalden in bosjes van twee en lukraak over hun takken verspreid, slordig gezicht, een soldaat onwaardig. Hun kruinen zitten vaak in de war. Kijk, wij zijn altijd keurig gekamd. En ja wij behoren officieel tot de coniferen, maar daar wil ik helemaal niet over hebben. Bij jullie op het park staan er veel in hagen. Je moet die jongens kort houden, zeg ik altijd, anders houd je ze niet in de hand. En daar zijn jullie vaak niet zo goed in.

Goed tegen jicht
“Van ons kun je een huis bouwen, of een schip, of een stevige kast, wij leveren grenen. Het hout van die dennen, vurenhout, is waaibomenhout. Leuk voor een kratje of een pallet, of een kampvuur. Wij zijn multi-inzetbaar en leveren kwaliteit. Weet je dat Paganini al violen bouwde van ons hout? Gitaren maken ze ook vaak van ons. Eeuwig zingen de bossen, ja ja. Onze olie kun je tegen de jicht gebruiken, of tegen de hoest, of je kunt er een luchtververser van maken. Onze olie is een natuurlijk anti-bioticum. Het wordt gebruikt voor problemen bij de urinewegen, lever en longen. Het helpt bij de bestrijding van schimmels en is goed voor de doorbloeding. Gebruikten ze vroeger tegen de scheurbuik. Terpentijn maakten ze ook van onze olie. Kon je verf mee maken, of je kwasten mee schoon maken. Met sparrenolie of dennenolie kun je je vermoeide spieren weer op gang brengen. Verdomd handig in het soldatenbestaan, ik geef jullie wel wat recepten. Tot je dienst! Wij brouwen ook bier van eigen naalden. Ja, en voor jonge rekruten en oude wijven kun je ook thee van zetten van de nieuwe uitlopers aan onze takken, schijnt gezond te zijn, goed voor je vitamine A en C. Wel even uitkijken dat je geen thee zet van onze verre familie, de venijnboom of taxus, want dan is het afgelopen met je. Giftig als de pest.“

Vreemdeling
“Wij sparren zijn de frontsoldaten van het bos. Wij blijven op onze post als de rest van de bomen afhaakt. Wij blijven gewoon groen als het koud wordt. Waar loofbomen te weinig voedsel vinden, of het te hoog vinden, en niet willen groeien, daar blijven wij gewoon op onze post. Wij sparren komen hier oorspronkelijk niet voor, dennen wel. Wij komen verder uit het noorden. Wij zijn een soort vreemdelingenlegioen. Ons verre familielid de jeneverbes is hier bijvoorbeeld geboren en getogen. Maar die hebben jullie bijna uitgeroeid. Dus met de Kerst halen jullie eigenlijk een vreemdeling in je huis, sta je van te kijken hè“

 

 

Drinken
“Zoals ik zei, we blijven op onze post, je ons wel te drinken geeft tenminste. Geen soldaat zonder drank natuurlijk. Heel droog en warm staan daar kunnen we niet goed tegen. Dat zie je bij jullie op het park ook: we gaan bij bosjes over de kling als de zomers droger en warmer worden. Als wij gezond zijn kunnen we ook onze eigen wonden verzorgen door extra hars te maken. Bijvoorbeeld als we aangevallen worden door bomenmoordenaars als sparrenbastkevers, of letterzetters. Die boren gaatjes in onze bast en proberen dan naar binnen te kruipen. Doordat wij gelijk extra hars maken, gaan ze dood. Als wij verzwakt zijn, bijvoorbeeld door langdurige droogte, dan lukt het ons niet om ons te verdedigen en dan sneuvelen we. “

Oud
“Ons kun je ook in het gelid zetten, we blijven gewoon staan. Kijk maar eens, we staan in veel gebruiksbossen. We zijn betrouwbaar, groeien meestal gewoon recht omhoog. Daarom maakten ze vroeger masten van onze stammen. Dennen zijn meer chaotische types, die gaan alle kanten op. We zijn wel slow starters, maar als we eenmaal op gang komen dan zijn we niet te stuiten. Zo’n 30 tot 50 meter kunnen we dan halen. We dragen in de winter kegels. Die kegels staan bovenop onze takken, ze zijn voorzien van schubben waar ons zaad in verstopt zit. Dat zaad heeft twee vleugeltjes om zelfstandig het luchtruim te kiezen. In april bloeien we. We worden zo maar een paar honderd jaar oud. Ik heb zelfs familieleden in Amerika die we 4000 zijn geworden, en in Scandinavië wonen er een paar die blijken wel 9550 jaar oud. Die wonen op de onherbergzaamste plekken in Zweden. Picea Alba is onze Latijnse naam. Dat picea slaat op ons hartebloed, de hars. Alba is wit en slaat op de onderkant van onze naalden. Ik heb ook nog een aanstellerige neef, de blauwspar, de picea pungens.”

Ballen
“De Kelten beschouwden ons als hun moeder. De Germanen vonden ons een zeer heilige boom, er leefden geesten en goden in onze kruinen. We werden beschouwd als levensbomen. Hun bosgeest staat nog altijd op bierpullen: een woesteling met een uitgerukte spar in zijn hand.

Zelf zijn wij zijn tweeslachtig, daarom waren we graag in het gezelschap van de Griekse oergodinnen van het bos. De godinnen van de jacht en de vruchtbaarheid, de wijsheid van de natuur, zoals Cybele en Artemis. Er gaan verhalen dat die godinnen ook tweeslachtig waren, maar door jaloerse goden gecastreerd werden. Zelf zouden ze de testikels van hun aanbidders oogsten. Kijk maar eens naar het plaatje van Artemis uit Efese in Turkije. Hangt vol met ballen. Ik heb even geen zin om daar over uit te wijden, mijn ballen krimpen al bij de gedachte.

Over ballen gesproken. Die rare gewoonte van jullie om ons eerst om te hakken en dan vol te hangen met ballen. Die komt van oude vruchtbaarheidsrituelen. Jonge sparren of dennenboompjes werden omgehakt op het midwinterfeest (een soort kerstfeest voor heidenen, red.) en volgehangen met appels. Ons winterse groen deed de mensen denken aan de lente, aan nieuw leven, de terugkeer van het licht. Vandaar ook dat gedoe met die kaarsjes. Die gewoonte gaat al meer dan 1000 jaar terug. De kerk moest niks van ons hebben. Heidens gedoe vonden ze het, die bomen en die ballen. Ze hebben ons zelfs in de ban gedaan, moesten we worden uitgeroeid. Niet gelukt dus. Op een gegeven moment hebben ze de strijdbijl begraven en gedacht “if you can’t beat them, join them”. Nu hakken ze ons nog steeds om, maar dan om ons binnen te aanbidden. Wij sneuvelen voor de goede zaak zo te zeggen. Alleen de streng gereformeerden doen niet aan bomen met ballen.”

 

Sparren-olie

De fijnspar bevat terpentijnolie, dat bevordert de doorbloeding van het bindweefsel. De jonge scheuten van de fijnspar zijn zeer geschikt om te verwerken tot massageolie:

  • Op 200 cc olie (een neutrale olie als zonnebloem- of maisolie werkt prima, sommigen verkiezen olijfolie hiervoor. Het nadeel is dat olijfolie in ons klimaat langzaam in de huid wordt opgenomen).
  • 1 kom vol jonge sparrenscheuten
  • Giet de olie over de scheuten in een afsluitbare fles (met wijde hals) of weckpot . Laat die zeker een maand op een donkere plaats staan.
  • Zeef hierna de olie en hij is klaar voor gebruik. De olie is best lang houdbaar, maar laat hem niet in de zon staan.

Ook heerlijk, bijvoorbeeld na een dag zware tuinarbeid: een bad met twee handen vol met jonge sparrenscheuten in het water. Overgiet met heet water. Doe er na enige tijd koud water bij, of laat afkoelen tot lichaamstemperatuur. Alleen de geur in de badkamer is al lekker.

Sparrensiroop

  • 2 litermaten vol jonge sparrenscheuten.
  • 1 liter (bron)water

Was de scheuten, laat ze goed uitlekken. Stop ze in een grote goed afsluitbare stopfles. Laat ze zeker twee dagen in het licht, maar niet in de zon, staan. Giet alles in een roestvrijstalen pan. Breng aan de kook en laat zeker een half uur zachtjes doorkoken. Zeef daarna de inhoud en bewaar het geurige vocht. Doe de vloeistof terug in de pan en voeg er ½ kilo rietsuiker bij. Verwarm alles tot de suiker helemaal is opgelost. Breng dan alles tot de kook en laat het nu zachtjes een kwartier doorpruttelen en indikken tot siroop. Warm in heel schone flessen doen, afsluiten en rustig laten afkoelen. De flessen zijn op een donkere, koele plek zeker een jaar houdbaar. Ideaal als hoestsiroop, maar ook lekker bij kaneelijs.

 

Uien-honing-sparren-hoestsiroop uit Zweden
1 kop honing

1 kop water

½ kop gehakte ui

½ kop sparrenknoppen

Meng de honing met het water. Voeg de andere ingrediënten toe en breng aan de kook. Temper het vuur, dek het af en laat het 20 minuten zachtjes sudderen. Dosering: Volwassenen een eetlepel, kinderen: één tot twee theelepels wanneer nodig

Iris