Vogelliefde, geheim recept voor een goed huwelijk

In de kennisbank vind je al een eerder stuk over de liefde van de koolmeesstelletjes. Deze gaat niet door de maag en ze blijven vaak hun leven bij dezelfde partner. Ze staan en elkaar door dik en dun bij. Natuurlijk wil je weten: wat  het geheim is van zo’n goed (koolmezen)huwelijk?  In dit stukje het recept. Het komt uit het boek “Vogels en de Liefde.”  van Elvira Werkman.

Broek en scheiding
“De vrouw heeft vaak de broek aan.” zegt ze. Dat slaat bijvoorbeeld op de merel, daar maakt het vrouwtje de dienst uit. Echtscheidingen komen regelmatig voor bij merels. Als de vrouwtjes de eieren hebben uitgebroed, nemen mannetjes de opvoeding van de jongen over. Als pappa niet genoeg zijn best doet in de ogen van mamma, dan is het over en uit met de relatie. Als de kinderen groot zijn gaat moeder merel er vandoor, of gooit ze pappa het nest uit.  Ook bij steenuilen heeft de vrouw de broek aan. Een vrouwtje dat vindt dat haar mannetje te lang treuzelt bij het overhandigen van de prooi, duwt hem pardoes uit het nest.

Vogels kennen een hele reeks aan  relatievormen. Trouw tot aan de dood, seriële monogamie, driehoeksverhoudingen, een harem, het homohuwelijk, communes met vrije liefde, jaloerse gevechten tussen concurrenten, alles komt voor.  Het zijn net mensen. Zelfs verstokte vrijgezellen en asexuelen komen voor. Kauwen bijvoorbeeld, vinden soms niet de ware liefde en blijven dan hun hele leven vrijgezel. Zonder ooit te paren. Er zijn ook soorten waar de vrouwtjes vooral op oudere mannen vallen. Vooral bij pimpelmezen en geelgorsen zijn oudere mannen populair.
Verheerlijking van vogelliefde

Sneaky fuckers rule
Sinds steeds meer uitkomsten van DNA-onderzoek bekend worden sneuvelen er nogal wat romantische mythes uit de dierenwereld. Al weer jaren geleden moesten de fans van de “macho-mythe” bakzeil halen. Tot dan toe geloofden biologen dat het grote macho-hert dat alle gevechten had gewonnen, als beloning alle vrouwtjes mocht dekken. Het sterkste DNA had gewonnen, was de theorie.  Bij DNA-onderzoek bleek echter niet de grote sterke macho de verwekker van alle kleine bambies te zijn. Het bleek dat 60% of meer verwekt werd door de zogenaamde “sneaky fuckers”. Dat waren die zielige, slappe lafaardjes met hun kleine geweitjes. Terwijl zij achter de bosjes het gevecht van de macho’s gade sloegen, hadden ze mooi de tijd om de vrouwtjes, die daar ook aan het lanterfanten waren, te bevruchten. De grote macho viste zo nogal eens achter het net als het om voortplanten gaat. Maar goed ook, de kudde is waarschijnlijk helemaal niet gebaat bij steeds meer testosteronbommen.

De koolmees lust er wel pap van
Dichters en dominees mogen de huwelijkstrouw van vogelpaartjes nog wel eens ten voorbeeld stellen aan mensenparen. Maar ook daar gooit het DNA-onderzoek roet in het eten. Koolmezen zijn wat heet “sociaal monogaam”. Ze blijven samen, en verzorgen samen de jongen, maar het is niet gezegd dat de jonkies die pappa koolmees liefdevol voedert, ook zijn DNA hebben. Koolmezen lusten er namelijk wel pap van, zij “vogelen” wat af. Ze hebben vrijwel allemaal een second love en misschien nog wel meer dan een second. Terwijl het echtpaar samen keurig een nestje bouwt, op de eieren zit en jongen grootbrengt, gebeurt er ook nog iets anders. Het keurige vrouwtje hipt stiekem bij de buurman naar binnen voor een wipje. En met het verzamelen van voedsel, zeg maar onder het boodschappen doen, is het mannetje met zijn buurvrouwtje aan het sjansen . Bijna 10 procent van de mezenjongen heeft een andere vader dan de man die hun het eten komt brengen (dat schijnt bij mensenbabies ook in die buurt te liggen trouwens). Het recept is dus: knijp de kat in het donker en een oogje toe.

Iris